WANDELEN: Oud-Zuilen

Op 13 januari 2024 genieten broertje Johan en ik van een ‘Selamat makan luar biasa’ bij neef Richard (Molukse ‘roots’) en nicht Veroniek (dochter van overleden zus Fien). Plaats van handeling is hun woning op de linkeroever van de Utrechtse Vecht in Zuilen (Utrecht-Noordwest), niet ver van het dorp Oud-Zuilen (Gemeente Stichtse Vecht).


Vanaf de woonverdieping een mooi uitzicht op de Vecht. Meteen aan de overkant een groot open terrein dat een ontmoetingsplaats voor ooievaars zou zijn, maar ook ooit inundatiegebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Wat was de rol van de Utrechtse Vecht ook alweer in de linie?


Een paar dagen later, tijdens een oppasdag op de tweeling Milan & Luuk van zoon Wytse en schoondochter Miranda, wandelen Marita en ik door de Belle van Zuylenstraat in Rijen. Dorp (Oud-)Zuilen? Belle van Zuylen? Is er een connectie?


En dan komt ook nog dochter Ilse met de mededeling dat ze de fitnesstoeslag van haar werkgever heeft omgezet in een 10-rittenkaart voor Sauna SpaSereen aan de nabijgelegen Maarsseveense Plassen. Ben ik wel eens bij deze plassen in de buurt geweest?


Ik zoek het op. Het dichtstbij was ik tijdens een wandeling door de Westbroekse Zodden (‘Hollandsche Rading’. In: Dreamgirls, 2018), maar hier is dus alle gelegenheid voor een nadere verkenning op donderdag, 18 januari 2024.


De Maarsseveense Plassen bestaan deels uit recreatieplassen en deels uit ontoegankelijk laagveenmoeras. Ik start op de enorme parkeerplaats bij de grote recreatieplas, een zandafgraving voor de aanleg van de Utrechtse wijk Overvecht. De plas is grotendeels omheind om entree te kunnen heffen voor het strandbad en andere grootschalige recreatieve voorzieningen. Aan de overzijde kom ik inderdaad langs Wellness Centrum SpaSereen, volgens Ilse één van de mooiste sauna’s van Nederland.


Verlost van de hekken krijg ik wat meer zicht op het open water van de recreatieplas, die ongeveer twee kilometer lang is en een halve kilometer breed. Geniet ervan!


Wanneer ik aan de zuidkant de plas verlaat zit ik al snel op de Gageldijk die uitkomt bij Fort De Gagel, aan het begin van de Klopvaart, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de nabijheid ligt in een weiland een verzakte bunker, toegevoegd aan de linie vlak voor de Tweede Wereldoorlog.


Even recapituleren! De Oude Hollandse Waterlinie, die na Rampjaar 1672 werd opgezet als mosterd na de maaltijd, liep een behoorlijk stuk westelijk van Utrecht, vanaf vestingsteden Woudrichem en Gorinchem via Nieuwpoort, Schoonhoven, Oudewater, Woerden, Weesp, (Naarden) naar de monding van de Vecht bij Muiden.


Pas begin negentiende eeuw werd besloten om Utrecht mee te nemen in de verdediging, de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hiertoe moesten inundatiegebieden grondig worden verlegd en werden sommige oude vestingsteden overbodig. Vanaf Gorinchem tot Utrecht kregen de Linge en de Lek (met ertussen de Diefdijk) en uiteindelijk de Kromme Rijn (Fort Rhijnauwen) een belangrijke rol als waterdragers. Aan de noordkant van Utrecht kreeg de Vecht deze rol toebedeeld.


De Klopvaart, een oude middeleeuwse veensloot, loodrecht op de Vecht, werd voor dit doel verbreed en versterkt met twee forten, namelijk De Gagel aan het begin, en Fort aan de Klop aan het eind bij de verbinding met de Vecht.


Ik kijk even rond bij beide forten, nu in gebruik als horeca en voor evenementen. Het is genieten van de anderhalve kilometer lange groene wandelzone langs de Klopvaart in de wijk Overvecht. Op een brugpijler een mooie schildering van een gezette hengelaar met industriële rookpluimen op de achtergrond.


Langs de dakrand van Fort aan de Klop de zin ‘Ceci n’est pas un festival’ in led-verlichting. Er blijkt geen verband te zijn met een Belgisch ‘festival’ met die naam, dat allerlei spektakel biedt voor alle leeftijden en voor alle smaken. Een medewerker vertelt me op mijn telefonische navraag dat allerlei activiteiten op het terrein mogelijk zijn in festivalsfeer voor jong en oud, maar dus geen festival.


Op het dunne ijslaagje in de gracht rond het fort glibberen een aantal wilde eenden (met zwemvliezen), meerkoeten (met zwemlobben aan de poten) en waterhoentjes (geen vliezen of lobben).  


Nog geen kilometer van Fort aan de Klop sta ik langs de Vecht  te zwaaien naar Richard en Veroniek aan de overkant en probeer te bellen. Krijg geen contact, maar Veroniek meldt later dat ze aan de overkant wel iemand met een telefoon en camera heeft zien klungelen!  


Er staan hier inderdaad wel honderd ooievaars te koukleumen. Om een of andere reden – welke heb ik niet kunnen vinden – is dit een favoriete overwinteringsplaats, met name voor ooievaars die in Nederland geboren zijn, nooit tijdens de winter op vakantie zijn geweest en dus niet weten waar ze naar toe zouden moeten trekken.


Ik wandel door naar dorp Oud-Zuilen met een beschermd dorpsgezicht: ophaalbrug over de Vecht, enkele bijzondere logementen (Swaenen-Vecht en Klein Zuylenburg), een mooi voormalig hervormd kerkje (herbouwd in 1848 na een brand), met daarachter Slot Zuylen.


Ene familie Van Zuylen begon met de bouw van een slot in de veertiende eeuw en dat verklaart de naam. Het bouwwerk werd echter vernietigd tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten begin vijftiende eeuw, maar werd al snel herbouwd. Na verschillende eigenaren kwam Slot Zuylen medio zeventiende eeuw in handen van de familie Van Tuyll van Serooskerken, die het Slot ongehavend door Rampjaar 1672 wist te loodsen. Medio achttiende eeuw werd om het parkje een prachtige honderdtwintig meter lange slangenmuur aangelegd, om meer warme hoekjes te creëren voor exotische, mediterrane bloemen en vruchtbomen. Medio twintigste eeuw bracht de familie het Slot onder in een Stichting.


Aan de achterzijde van het Slot zit op de eerste verdieping een venster, dat duidelijk afwijkt van de rest. Het is geen echt venster, maar op de muur geschilderd. Een grappige manier om kosten te besparen, maar wel de symmetrie te behouden.


Belle van Zuylen, ofwel Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1740–1805), was ongetwijfeld de bekendste bewoonster. Ze was de oudste van zeven kinderen, die frans werden opgevoed. Belle verbleef tot haar dertigste op Slot Zuylen, waar ze op haar groene kamer (links van het geschilderde raam) haar carrière als schrijfster begon. Op haar dertigste (1771) trouwde ze in het kerkje te Oud-Zuilen met een Zwitserse edelman en verhuisde naar Neuchâtel, waar ze in 1805 overleed.


Belle schreef veel en van alles: duizenden brieven, romans, toneelstukken, opera’s (zelfs de muziek), meestal uitgegeven in eigen beheer en in zeer kleine oplage (een soort ‘printing on demand’?). Wat dat laatste betreft voel ik een zekere verwantschap. Uiteindelijk is haar verzamelde werk (in het frans) bijna tweehonderd jaar later (rond 1980) uitgegeven door Van Oorschot in Amsterdam. Wie weet! Zoek in het jaar 2200 nog maar eens op mijn naam in de online catalogi!


Ik wandel verder langs de Vecht tot de Nedereindsevaart en kom bij de Molens van Zuylen, een idyllisch plekje met twee molens dicht bij elkaar en twee kleine sluisjes om hoogteverschillen in waterniveau te overbruggen. De ene molen en sluis bediende de polder Buitenweg, de andere combinatie de polder Westbroek.


In de vaart een Oud-Hollandse kuifeend met een veerbol achter op zijn kop, en een partner die gelukkig geen kuif heeft, want dan zouden ze ‘kuikenloos’ blijven. De kuif is een gevolg van een misvormde schedel en een lethale eigenschap, dus de vraag is tegenwoordig of de fokkerij ethisch verantwoord is.


Onder de Zuilense Ring (N230) door kom ik weer bij de Maarsseveense Plassen. Over de Kleine Plas, net als de grote plas een zandafgraving, kan ik kort zijn. Ik had meer wakend oog voor al die honden met hun baasjes dan voor de natuur.


Ik passeer mijn auto, want ik wil nog een rondje toevoegen om een deel van de noordelijke Maarsseveense Plassen heen: mooi laagveenmoeras met een afwisseling van petgaten en legakkers. Onderweg vergeet ik alleen nog even langs de Maarsseveensevaart honderd meter af te wijken, want daar ligt nog een fort van de waterlinie: Fort Maarsseveen.


Ik had weinig aantekeningen na deze wandeling, maar wel een heleboel vragen vooraf, die in elk geval grotendeels zijn beantwoord.           

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 3 Februari 2024

 

Wandelknooppunten: 84, 83, 69, 89, 88, 32, 33, 16, 31, 58, 57, 54, 53, 52, 48, 46, 45, 86, 87, 85, 84, 83, 82, 81, 69, 83, 84 (18 km)