WANDELEN: Eemland

De Eem, alias Amer, is hoogstwaarschijnlijk begonnen als een groot moeras in het noordelijke deel van de Gelderse Vallei en werd door ontginningen gereduceerd tot de huidige rivier. Deze regenrivier begint bij de Koppelpoort in Amersfoort (Zandfoort aan de Amer), stroomt oostelijk langs Soest, Baarn en Eemnes, en eindigt na achttien kilometer in het Eemmeer. De voeding bestaat nu uit beken die van het Veluwemassief en van de Utrechtse Heuvelrug de Gelderse Vallei instromen, zoals de Barneveldse en Lunterse Beek uit het oosten, en de Heiligenbergerbeek vanuit het zuiden. Al snel na de Koppelpoort voegt ook het Valleikanaal (Grebbenberg–Amersfoort) zich bij de Eem en zo verzorgt deze rivier grotendeels de finale afwatering van de Gelderse Vallei.


Op woensdag, 13 December 2023, maak ik met vriend Roel een niet al te lange wandeling over twee Klompenpaden in de polders langs de bovenloop van de rivier ten zuiden van de A1. Het miezert en Eemland is zo vlak als een dubbeltje. Je kunt nergens schuilen.


Onze start ligt bij Gemaal Zeldert uit 1896 dat overtollig polderwater uit de Zeldertse Wijde Wetering in de Eem pompt. Een klein stukje kanalisatie van de Eem heeft hier geleid tot een eilandje, dat watervogels beschutting biedt. We worden verwelkomd door het gefluit van smienten.


Het graspad op de oever van de Eem is uitermate drassig, maar het uitzicht is mooi door rietkragen, knotwilgen, roeiers van de Baarnse Watersportvereniging De Eem en Baarnse nieuwbouwwijken aan de overkant met populieren die ook nog eens vol zitten met maretak (mistletoe), een spontane kerstversiering. Op de oeroude, vaak gespleten knotwilgen groeien mostapijten. Mossenman Roel zoekt en vindt het ‘uitgerand zodesterretje’. Voor mij bijzonder, voor hem doodgewoon.


Langs de Eem ligt het natte natuurgebied Wolkenberg waar bergeenden en krakeenden foerageren en meerkoeten zich in grote getale hebben verzameld om samen de koude te trotseren.


Vlakbij de A1 wijken we af van de Eem en hopen in de weilanden groepen kleine arctische zwanen te zien. Ze komen uit het hoge noorden hier overwinteren. Maar het is blijkbaar nog niet koud genoeg om nu al helemaal naar ons landje af te zakken.


De weilanden zitten wel vol met knobbelzwanen, grauwe ganzen, kolganzen en Canadese ganzen. En hazen! En die hazen lopen nog, zo vlak voor de feestdagen.


We stappen over van het Netelenburchpad op het Zeldertsepad. Bij een boerderij lopen achter een hekwerk twee bijzondere ganzen tegen ons te gakken. Ze hebben een subtiel gestreept grijs verenkleed, maar een witte kop en achternek alsof ze een sluier dragen; ze komen me bekend voor! Na even zoeken herinner ik me dat ik zo’n Siberische keizergans – maar dan een ontsnapt of verdwaald exemplaar – in het wild heb gezien in de polder Groot-Mijdrecht (‘Helemaal naar Vinkeveen’. In: Tjiftjaffen, 2014).


Vanaf het Gemaal Malesluis volgen we een stukje dijk van de Grebbelinie, die loopt van de Grebbeberg tot aan het Eemmeer. De linie stamt uit medio achttiende eeuw, maar werd vlak voor de Tweede Wereldoorlog versterkt met kazematten. Op de liniedijk groeien tussen het gras flinke plukken van de lichtgroene veldzuring, door de voetslippen van de bladeren lijkend op een grote uitvoering van schapenzuring; overigens is veldzuring een prima groente. Onder aan de liniedijk een houtwal met elzen en heel veel pluimzegge.


We drinken koffie bij een kazemat zonder te beseffen dat die is aangelegd in het Werk bij Krachtwijk, een M-vormige aarden versterking bestaande uit twee bastions en grachten aan de buitenkant, aangelegd in 1799 tijdens de Bataafse Republiek. Met name vanuit de lucht (Google Maps) is de M-vorm nog goed te onderscheiden.


Ook op zulke kazematten groeien interessante mossen, volgens Roel. Op oude kalkrijke stenen muren kun je bijna altijd wel ‘gewoon muisjesmos’ vinden. Roel vindt ook het bladmos ‘gesteelde haarmuts’. 


Vlak voor de Tweede Wereldoorlog moesten voor een goed schootsveld vanuit de kazematten boerderijen oostelijk van de waterlinie het veld ruimen. Na de oorlog werden ze herbouwd en voorzien van een bijzondere gevelsteen: een Nederlandse leeuw die door het vuur springt, met het jaartal 1940. We vinden zo’n gevelsteen op een woonhuis langs de Slaagseweg.           


Langs natuurgebied De Slaag volgen we de Krachtwijkerweg, die overgaat in een fietspad. Een kleine watersalamander heeft de oversteek van het pad niet overleefd, waarschijnlijk overreden door een fietser.


We houden het na twaalf kilometer voor gezien en zijn vandaag eens lekker vroeg in de middag weer thuis.

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 7 Januari 2024

 

Klompenpaden: Netelenburchpad + Zeldertsepad (12 km)