WANDELEN: Amerongen

Het zijn niet alleen de kastelen Amerongen en het nabij gelegen Zuylestein, die Amerongen zijn bekendheid bezorgen. Sinds een aantal jaren is daar het natuurgebied de Amerongse Bovenpolder langs de Nederrijn bijgekomen (Natura2000).


Mijn wandeling in dit overgangsgebied tussen de Utrechtse Heuvelrug en de uiterwaarden op woensdag, 24 mei 2023, begint op Groene Entree Amerongen. Tussen meidoornhagen door loopt het pad eerst naar het Informatiecentrum Tabaksschuur. Een omheind veldje zal binnenkort – het is nog wat te koud – laten zien  hoe voorheen de tabak geteeld werd op deze zonnige zuidhellingen van de Utrechtse Heuvelrug, en te drogen werd gehangen in de tabaksschuur. Langs en onder de meidoornhagen bloeien akkerviooltje, vogelwikke, overblijvende ossentong en enkele exemplaren kromhals.


Aan de zuidrand van Amerongen uitzicht omhoog naar de bebouwing rond de Andreaskerk met zijn bijzondere toren, en omlaag over de bloemrijke Bovenpolder, waar het geel van de boterbloem overheerst. Langs het pad bloeien enkele planten van de gewone raket, met de hauwtjes stijf tegen de stengel. Boerenlucht, zo dicht bij de bebouwde kom en bij dit Natura2000-gebied, bederft even de idylle. Een recentelijk gemaaid weiland wordt opnieuw door de boer geïnjecteerd met drijfmest voor de volgende grassnede. Het injecteren kan ammoniakvervluchtiging niet voorkomen. Blijkbaar is het nog niet gelukt om de laatste boer in deze polder uit te kopen. Overigens heeft een ooievaar daar geen enkele probleem mee. Die vindt nog wel iets van zijn gading in de drijfmest.


Ik wandel om het prachtige kasteel Amerongen heen. Op de zuidoostelijke punt begint een wandelpad door de Amerongse Bovenpolder-Oost. Dit deel is echter verboden gebied tijdens lente en zomer, inclusief het broedseizoen (1 april–1 oktober).


Langs de westzijde van het kasteel loopt de Rijnsteeg naar de veerpont, die je naar het Betuwse Eck en Wiel kan overvaren. Langs deze weg begint het wandelpad Amerongse Bovenpolder-West, ook hier eerst door een perceel grasland dat recentelijk mestinjectie heeft ondergaan. De Amerongse Bovenpolder-West is juist wel toegankelijk tijdens het broedseizoen, maar verboden terrein van 1 oktober tot 1 april. Ik zou graag de rationale hiervan begrijpen.


Een informatiebord vertelt dat de Amerongse Bovenpolder ‘de grootste natuurparel in de Utrechtse uiterwaarden is’, zo’n vierhonderdvijftig hectare groot. Het kwelmoeras is het domein van kuifeenden, wilde eenden, bergeenden en futen. Huiszwaluwen en boerenzwaluwen scheren over het water en pikken af en toe een ‘graantje’ mee van het wateroppervlak.


Het wandelpad van vier kilometer – het enige dat tot nu toe is gemaaid – is een genot vanwege de bloemenpracht in de omringende kruidenrijke graslanden. Tussen grassen als witbol en dravik domineren boterbloem en rode klaver, met van alles ertussen: groot streepzaad, margriet, knoopkruid, vogelmuur, hoornbloem, hopklaver. Naast fluitenkruid staat hier ook al de gewone berenklauw in bloei.           


Bij een bruggetje over kwelgeul De Hank bloeit de gele waterkers, en op de oevers de echte koekoeksbloem en grote ratelaar. Een zeldzaam open plekje is compleet bedekt met schijfkamille.

Onder de kleine vlugge vogeltjes wil de rietgors nog wel eens poseren in een rietstengel. Ik krijg hem dan ook mooi op de foto.


Ik verlaat de Bovenpolder en betreed binnendijks Landgoed Kolland. De naam Kolland of Cotland verwijst naar een kleine verkavelingseenheid. De cotlanden bestonden uit kleine rechthoekige kavels woeste grond, die ter ontginning werden toebedeeld aan ‘horige’ boeren. Ze woonden in hutjes (kotten), en werden daarom kotters of keuters genoemd, en hun omgeving de Cotlanden. Op dit landgoed zonder landhuis staan veel eiken. Het welkomsbord gaat dan ook gepaard met een waarschuwing voor de eikenprocessierups.


Rietkragen langs een sloot, met ertussen heermoes en kleefkruid, ontnemen me een goed zicht op het orkest van groene poelkikkers, een ensemble van wangblazers. Verder verwijderd van het openluchtconcert is het gekrijs te danken aan spreeuwenwolkjes. Er wordt op het landgoed aan de randen herbeplant met haagbeuk. Nabij een erf staan enkele exemplaren van helmkruid in bloei, ik vermoed gevleugeld helmkruid te oordelen aan de vorm van het staminodium.


Een grondwatermeter geeft aan dat het grondwater een halve meter onder het oppervlak zit, geen ‘rood’ voor te droog, geen ‘groen’ voor prima, maar het sein staat op ‘oranje’.


Opnieuw word ik op een bospad met vooral els en lijsterbes gewaarschuwd dat bijna alle eiken bezocht worden door de eikenprocessierups. Ik kan geen enkele kolonie ontdekken, maar misschien hangt dit bordje er permanent uit voorzorg. De groene specht, de holenduif en de zwartkop laten zich horen.


Ik bereik landgoed Zuylestein, een erkende ridderhofstad in de zestiende eeuw, wat destijds vooral belastingvoordelen opleverde. In de zeventiende eeuw werd de ‘stedendwinger’ Frederik Hendrik van Oranje eigenaar. Het kasteel werd gebombardeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het huidige landhuis stamt uit de twintigste eeuw. Binnen de muren zijn er ongetwijfeld nog mooi aangelegde tuinen, maar ik schrik van de bossen eromheen. Eerst een nog maagdelijk stukje bos waar de bodem is bedekt met kussentjesmos. Maar de rest van het bos is omgewoeld alsof er een kudde wilde zwijnen een legeroefening heeft gehouden. De percelen zijn omheind. Er staan her en de halfronde golfplaten hokken. Buiten de omheining vele bakken met korrels krachtvoer. Eindelijk zie ik een dader: een hangbuikzwijn met een vijftal biggen. En zij zijn ongetwijfeld niet de enigen.


Ik wandel terug door Amerongen, maak een rondje in de tuin van kasteel Amerongen, en loop de laatste kilometer langs de bovenrand van de Bovenpolder, met op het eind een uitkijkplatform over Bovenpolder-Oost met vele plassen en eilandjes.                   


Eenmaal thuis krijg ik wat last van jeuk hier en daar. Toch de eikenprocessierups? Of hebben de waarschuwingsbordjes hun werk gedaan en zit het tussen de oren?

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 8 Juni 2023

 

Cotlandenpad en Amerongse Bovenpolder  (13 km)