Wandelen: Boven-Slinge

De Boven-Slinge is een Achterhoekse beek, die ons land binnenkomt bij Kotten (Winterswijk) en uiteindelijk via de  Bielheimerbeek – een gegraven omleiding – uitmondt in de Oude IJssel bij Gaanderen. De ontkoppelde Beneden-Slinge stroomt van Landgoed Slangenburg ook naar de Bielheimerbeek, maar vlakbij de monding in de Oude IJssel (‘Slangenburg’. In: Dreamgirls, 2018). Boven-Slinge en Beneden-Slinge samen heetten vroeger Slingebeek. Niet te verwarren met de Groenlose Slinge, kortweg Slinge, die ontspringt bij Winterswijk en uitmondt in de Berkel tussen Lochem en Borculo (‘Groenlose Slinge’. In: Eigen land laatst!, 2021).


Na een eerste kennismaking met de Boven-Slinge tijdens een fietstocht door het Nationaal Landschap Winterswijk (‘Winterswijk’. In: Siem Sing a Song, 2020), vandaag een wandeling voor meer detail.


Start op woensdag, 5 juni 2024, bij de watermolen Berenschot, vernoemd naar de laatste eigenaar. Oorspronkelijk een zeventiende-eeuwse dubbele molen (voor lijnolie en graan), nu een enkele molen met vistrap. Het gebouw huisvest horeca.


De natuur heeft niet stil gezeten in de week dat ik mijn dagtocht moest overslaan vanwege familie omstandigheden. Zevenblad, kropaar, duizendblad, akkerkool en gewoon nagelkruid zijn talrijk en staan nu volop in bloei, koninginnenkruid is bijna zo ver. Bijvoet en wilde cichorei nog niet.


Een mij onbekende struik met kleine kluwens rode besjes blijkt de rode kamperfoelie te zijn. Geen klimmer zoals de gewone wilde kamperfoelie, maar een struik op eigen benen.


Op verschillende plekken kom ik lege fotolijstjes tegen met zicht op een boerderij of bosschage. Men vermoedt dat de jonge Piet Mondriaan op deze plaatsen één van zijn landschappen schilderde. Winterswijk en omgeving proberen optimaal te profiteren van Mondriaan, die van zijn achtste tot twintigste in Winterswijk woonde.   


Op een dichtbegroeid pad langs aardappel- en korenvelden houd ik de bomen goed in de gaten. Een bord maakt melding van een broedende buizerd, die nog wel eens wil aanvallen.


Landgoed Keunenhuis heeft een mooi erf met scholtenboerderij en enkele bijgebouwen. In de omringende bossen van natuurgebied Bekendelle (‘Laagte bij de beken’) is de bodem bedekt met klein springzaad en grote pollen van de ijle zegge langs de paden.


Terug bij landbouwgronden moet ik langs een akker, waar een boer zijn aardappelplanten chemisch aan het bespuiten is tegen de schimmel Phytophthora. Hoewel er nauwelijks wind staat, heb ik toch het gevoel dat mijn lippen iets van het fungicide opvangen.


Nog meer leuke planten in bloei: wilde liguster, Sint-Janskruid, af en toe een helmkruid. Een primeurtje voor mij is moederkruid, verwant aan boerenwormkruid, beide vroeger medicinaal gebruikt. Moederkruid vroeger als middel tegen kraamvrouwenkoorts, tegenwoordig tegen migraine.    


Plukken blauwe bosbes, vol vruchtjes, en struikheide wisselen elkaar af. De kwetsbare delen van de Boven-Slinge in Bekendelle zijn beter door hekken afgeschermd dan voorheen. Het pad dat ik op mijn fietstocht jaren geleden vanaf de stenen brug een stukje kon bewandelen, en dat me langs een populatie schaafstro (schuurbies) leidde, is afgesloten (‘Winterswijk’. In: Siem Sing a Song, 2020). Vanaf het nieuwe pad aan de overkant van de beek kan ik de populatie schaafstro nog wel fotograferen.


In de velden rond een groot landhuis kom ik de tuinvlieder groot glidkruid tegen, ooit een keer eerder gezien rond Apeldoorn (‘Apeldoorn-West’. In: Paradijs, 2022). Echter ook een aantal planten van de Sachalinse duizendknoop met hartvormige bladvoet. Die zou ik als landheer met huid en haar uitroeien, want net zo’n woekeraar als Japanse duizendknoop.


Ik bereik een tweede watermolen in de Boven-Slinge. Watermolen Den Helder, ook vernoemd naar een eigenaar, stamt uit de veertiende eeuw en is nog wel dubbel. Beide delen zijn in gebruik als woning. De watermolen wekt tegenwoordig enige elektriciteit op. Misschien dat horeca De Gulle Smid hiervan als buurman mee profiteert.


Aan de rand van Winterswijk ligt een voormalige bleekweide met twee schoorstenen als restanten van het grote bleekhuis uit 1884. In het bleekhuis werden de doeken van enkele Winterswijkse textielfabrieken gewassen, daarna langdurig in de zon gebleekt en vervolgens in het bleekhuis te drogen gehangen. De bleekweide heeft een regelmatige greppelstructuur, van waaruit water over de doeken werd gegoten. Er groeien nu interessante planten in de greppels zoals grote wederik en kalmoes.


‘Lev. by Mike’ is een restaurant bij het gegraven Strandbad Winterswijk. ‘Lev’ betekent ‘hart’ in het Hebreeuws, maar of dat hier bedoeld wordt? Het is in elk geval het logo van een keten waar ook het restaurant van Hotel de Wereld in Wageningen bij hoort.       


Ik passeer het tracé van de Borkense baan, een voormalige spoorlijn tussen Winterswijk en het Duitse Borken, en bereik het Buskersbos, vernoemd naar het historische boerenerf Buskers (info van boswachter Westendorp). In het bos heeft men een geoglief ontdekt, een tekening in of op de aarde, in dit geval een asymmetrisch wiel met zes spaken. Over oorsprong en betekenis tast men nog in het duister.


In het bos een prachtig wandelpad langs de Boven-Slinge. In het zonnetje, boven het water en op de bladeren, is het een komen en gaan van beekjuffers. Ik krijg twee heren bosbeekjuffer met hun zwart-blauwe vleugels mooi op de foto. En even later ook een dame bosbeekjuffer met bruin-groenige vleugels en een pseudopterostigma (pseudovleugelvlekje) nabij de vleugelrand. Vervolgens ook nog een dame weidebeekjuffer met doorzichtige groenige vleugels en een pseudovlekje, dat iets verder naar het vleugeluiteinde ligt. Heren weidebeekjuffer met zwart-blauwe band over de vleugels heb ik in de gauwigheid niet kunnen ontdekken, maar zullen zich ongetwijfeld in de buurt van de dames ophouden.


Een vogelaar met telelens staat verdekt opgesteld om een spechtennest in een dooie holle boom te observeren. Dat vereist geduld en ondertussen is het hem nog niet gelukt om de beekjuffers te fotograferen. Ik toon hem trots de resultaten van mijn nietig cameraatje.  


Terwijl ik op een bruggetje een foto probeer te maken van een drietal vissen, die rondhangen in de heldere Boven-Slinge, word ik gestoord door een stoet van een zeventigtal scholieren uit Culemborg die tijdens hun schoolkamp op weg zijn naar Strandbad Winterswijk.


Na het Buskersbos loopt de route opnieuw door enkele bosstroken met tussendoor akkers met aardappelen en mais van één kontje hoog. In een nat gedeelte van het bos staan een aantal exemplaren van groot springzaad tussen de massa klein springzaad. Plots ook heel veel dalkruid, een enkeling in bloei. De bloemen van enkele planten helmkruid worden opgegeten door de mooie geel-zwart gespikkelde rupsen van een uilvlinder.


Het terras van watermolen Berenschot is open voor een welkome versnapering op een mooie plek om deze aantrekkelijke wandeling te verteren.             

 

      

[Beeldverhaal]


Gepost: 11 Juni 2024

 

Mooisteroutes.nl: Van Bekendelle tot Buskersbos (18 km)