FIETSEN: Fluessen

De Friese meren zijn ontstaan door het wegslaan van veenpakketten, veenbranden, turfwinning, ontwatering ten behoeve van de landbouw en afsluiting van een zeearm (Middelzee). De meeste meren liggen in het zuidwesten van Friesland en wel in de twee gemeenten De Fryske Marren en Súdwest-Fryslân.


Als ik – geboren en een beetje getogen in Sneek – me al eens heb laten verrassen door de barrières die de verbindingen tussen al die meren veroorzaken (‘Oudegaasterbrekken’. In: Siem Sing a Song, 2020), dan moeten ‘buitenlanders’ helemaal oppassen en zich een goede kaart van Friesland aanschaffen, waarop alle bruggen en pontjes duidelijk staan aangegeven.    


De Fluessen is het op één na grootste meer van Friesland (na het Tjeukemeer) en gaat in het noordoosten naadloos over in het Heegermeer en in het zuidwesten in De Holken. De Holken is dan weer bij Galamadammen verbonden met de Morra. Heegermeer, Fluessen, De Holken en Morra vormen in feite een gletsjerdal, uitgeslepen tijdens de voorlaatste ijstijd.


Galamadammen is de plaats waar ik start voor een fietstocht om de Fluessen en aanverwante artikelen heen op woensdag, 27 september 2023. Vanaf Stavoren loopt door deze meren het Johan Frisokanaal, vernoemd naar de verongelukte zoon van Beatrix en Claus. De dammen van het geslacht Galama uit de zeventiende eeuw (met tolheffing) zijn al lang verdwenen en de brug is – vanwege de drukke beroepsvaart – in 2007 zelfs vervangen door het Galamadammen Akwadukt. Mocht je niet weten wat dat is door die verschrikkelijke spelling: een geleiding (duct) van het water (aqua) over de verkeersweg heen.       


Galamadammen heeft nauwelijks inwoners, alleen maar vakantieparken met faciliteiten voor watersport. Ik zit dan ook snel bij Koudum en kruis de brug over de Koudumervaart. Het bouwjaar van de brug (1994) is in het hekwerk aangebracht, maar wel zo dat het leesbaar is vanaf het water, maar gespiegeld voor wegverkeer. Watersporters zijn in Friesland nu eenmaal belangrijker dan weggebruikers.


Hier begint de streek It Heidenskip, het lage gebied tussen Koudum en Workum, bekend geworden door het boek ‘De Oerpolder’ (2006) van Hylke Speerstra, over de ongelijke strijd in de negentiende eeuw tegen het woeste water van de Fluessen met zwakke dijken (‘Elfstedentocht – Slach bij Warns’. In: It giet oan!, 2016). De slagzin ‘Streek fan lân, wyn en wetter’ betekent niet dat er wijngaarden zijn aangelegd; de harde wind zou de wijnranken wegvagen.


Langs de Koudumervaart is een zwerfkei met picknickbank geplaatst ter ere van de voltooiing van de ruilverkaveling – in 1994, net als de brug – in dit afgelegen gebied. Deze Koudumervaart komt uit in het Swarte Wâlde, één van de kleine uitstulpingen van de Fluessen. Andere uitstulpingen zijn It Sân en It Piel. 


Woonkern Brandeburen van It Heidenskip is bekend van het fierljeppen, van het touwtrekken (Wereldkampioen in 2007) en van de fanfare.


Groepjes ganzen vliegen over het weidse land en groepjes kieviten rusten uit in de weilanden. Een buizerd verkent vanaf een paaltje zijn jachtgebied. Een enorme groep spreeuwen zit op de bovenste rand van een stapel in plastic verpakte hooibalen. Nog één spreeuw erbij en het hele zootje sodemietert in mekaar. In de berm een zielige jonge houtduif – enkele nestharen steken nog uit zijn kop – die aan het eind van zijn latijn is. Had ik de Dierenambulance moeten waarschuwen?


Ik bereik pontje ‘It Oerset’ over de Yntemasleat, een verbinding tussen de Fluessen en het Groote Gaastmeer. Toen ik hier 15 mei 2020 aankwam was de bel gedemonteerd en stond de veerman triomfantelijk aan de overkant uit het raam te kijken. Ik was vijf dagen te vroeg, want pas op 20 mei 2020 werden de Corona maatregelen versoepeld en zou het pontje weer gaan varen. Vandaag staat de veerman mij al op te wachten, vaart me voor een euro naar de overkant en wil zelfs wel met zijn oceaanstomer op de foto.


Het dorp Gaastmeer nodigt uit om enkele foto’s te maken van de rustieke bebouwing langs het water met vele boten. Ik fiets vervolgens langs enkele plassen (zoals het Groote Gaastmeer) richting Nijhuizum en kom bij het volgende pontje – ‘Droech oer de feart’ – dat me destijds ook de weg versperde. De vaart is de Grons. In Nijhuizum heeft een kampeerboerderij met zeilschool zich ‘Fries & Fruitig’ genoemd, een leuke vondst. Een jong Fries paard rent enthousiast door zijn weiland. De weilandhekken zijn hier behangen met grote surrogaat Delftsblauw tegels met tegeltjeswijsheden: ‘Echte vriendschap gaat samen met de vrijheid om te vragen, te zeggen, te doen en te zijn’.    


Vervolgens fiets ik vol verwachting het Brekkenpaad uit, met aan de ene kant het water van de Oudegaasterbrekken en aan de andere kant het natuurgebied De Ryp van It Fryske Gea. Destijds (mei 2020) stikte het hier van de grutto’s en zag ik vele kemphanen, met kragen en kuiven in allerlei kleuren. Nu uiteraard niets van dit alles, afgezien van een kunstmatige grutto op een weilandhek met de spreuk: ‘Ik fiel my hjir sa rom en frij’ oftewel ‘Ik voel me hier Fries en Fruitig’.


Op weg naar Oudega kom ik langs Doris Mooltsje, een spinnenkopmolen van de laatste molenaar Doris, die wel kon malen maar niet zwemmen. Hij verdronk.


In Oudega een klein parkje met een muur beplakt met selfies van alle bewoners van het dorp. Dit ter gelegenheid van de Open Dag op 1 juli 2017. Misschien staan er wel Siemonsma’s tussen, want ik werd een keer gebeld door ene Bob Siemonsma, die zich afvroeg of ik misschien zijn Indische halfbroer was. Zijn ouderlijk huis staat in Oudega. Een foto van zijn overleden vader, samen met een Indische dame, als militair in de periode 1945–1949, was aanleiding voor zijn zoektocht. De combinatie van mijn geboortejaar (1949) met een langdurig arbeidsverleden in Indonesië waren aanleiding voor zijn telefoontje. 


Van Oudega gaat het naar Heeg aan het Heegermeer, vervolgens via Hommerts naar Woudsend. Dit stuk van de route ligt ver van de meren af en is niet erg aantrekkelijk, al is Woudsend een mooi rustiek dorp.


Pas richting Elahuizen is er weer zicht op de Fluessen. Lang geleden hier wel eens geweest om te kijken naar een wedstrijd van het Skûtsjesilen.


Elahuizen heette vóór de overstroming van 1680 Nijegea. Een speciale boei in de Fluessen markeert de plek van het kerkje van het verdronken dorp. Op veilige afstand werd Nijegea herbouwd, maar omdat er al andere Nijegea’s bestonden werd voor de naam Elahuizen gekozen.


De boei heb ik gemist, maar niet de mooie beeldenroute ‘Famkes fan Kolderwolde’ van Evert van Hemert (1952–2022). Van Hemert vestigde zich in het dorp Kolderwolde aan De Holken en maakte langs de doorgaande weg een beeldenroute met elf (bronzen) beelden, vooral van voluptueuze dames van het dorp. Ik maak bij de Rüsterfeart (Rijstervaart) – onderdeel van de Elfstedenroute – een foto van Aukje de schaatsenrijdster, de oerversie van de ‘Reedrydster’. Later maakte Van Hemert een Aukje voor alle elf steden van de Elfstedentocht, een eerbetoon aan alle deelneemsters aan de tocht der tochten. Ze staan, net als hier in Kolderwolde, op plaatsen waar de elfstedenroute een weg kruist. 

       

[Beeldverhaal]


Gepost: 21 Oktober 2023

 

Knooppunten: Galamadammen, 10, 11, 94, 95, 23, Pontje, 34, 33, Pontje, 16, 15, 31, 32, 38, 35, 36, 54, 41, 40, 39, 37, 38, 71, 80, 09, 10 (55 km)