FIETSEN: Rondom Apeldoorn

Deze fietstocht had niet leuker kunnen beginnen. Terwijl ik mijn fiets van de auto laad (geen sleutelbos vergeten deze keer!) dartelt er een roodborstje om me heen, vlak voor mijn voeten. Hij springt op het fietsenrek, springt op het fietsstuur en op het zadel en kijkt me smekend aan. Ik besluit dan maar mijn broodtrommeltje open te zetten op de bagagedrager. Er wordt heerlijk gesnoept van het krentenbrood. Als ik niet te druk was geweest met foto’s nemen, zou hij uit mijn hand hebben gegeten, dat is zeker. Hij laat gelukkig ook nog wat over voor mijn lunch. 

 

Plaats van handeling is de enorme parkeerplaats van Bospaviljoen ‘t Leesten, met informatiecentrum van Staatsbosbeheer, startplaats van vele Veluwse fietsroutes en wandelingen. Deze plek ligt langs de Hoenderloseweg in Ugchelen, vlakbij het imposante Caesarea, nu hoofdkwartier en zorgcentrum van het Leger des Heils. Ik verhaalde al eens welke rol Caesarea en het (verdwenen) naastgelegen Huize Don Rua van de Paters van Don Bosco (Salesianen) gespeeld hebben in het ontstaan van mijn (mislukte) priesterroeping, gekoppeld aan een puberaal idealistisch wereldbeeld (‘Hoenderloo’. In: Siem Sing a Song, 2020).   

 

Tijd van handeling is woensdag, 18 januari 2023, een koude maar heldere zonnige dag. Een verademing na weken van grijze grauwe regenluchten. Handschoenen aan, muts over de oren, en gaan met die banaan. Ik kom meteen een flinke klim tegen die me de adem beneemt. Een plaspauze is dan het aangewezen middel om even op adem te komen.

 

Het eerste deel van de Ugchelse Bossen is het Van der Huchtbos, aangeplant door de Oranje Bond van Orde (‘Lemelerberg’. In: Siem Sing a Song, 2020). Mej. van der Hucht was voorzitster van de Kwartgulden Vereniging, die de activiteiten van de Oranje Bond van Orde (1893–1923) sponsorde: werkverschaffing voor arme arbeiders als alternatief voor de sociaaldemocratie. De Kwartgulden Vereniging verzorgde dus het ‘heitje voor een karweitje’.     

 

Ik kom vandaag drie kleine landbouwenclaves tegen in de Veluwse bossen. In Hoog Buurlo heb ik wel eens gewandeld (‘Hoog Buurlo’. In: Eigen land laatst!, 2021). Ik neem even een kijkje bij de schaapskooi van Hoog Buurlo, maar de kudde is niet thuis. De enige levende wezens binnen de kooi, die met hoog schrikdraad tegen de wolf is beschermd, zijn twee waakhonden.

 

De andere twee enclaves zijn nieuw voor mij. Net ten noorden van de snelweg A1 en de spoorlijn Amersfoort–Apeldoorn ligt Assel. Tussen de snelweg en het spoor ligt eerst nog Natuurbegraafplaats Westerwolde (zou je in de provincie Groningen verwachten), met een mooie kapel. De horeca gelegenheid langs de spoorlijn heet Halte Assel, maar de halte in het kleine gehucht is al lang opgedoekt.

 

Hoewel de Paters van Don Bosco uit Ugchelen zijn verjaagd naar ’s-Heerenberg vanwege de aanleg van de A1, heeft zich in Assel een kleine communiteit gehandhaafd, die zich bezighoudt met jongerenwerk. Oppassen geblazen dus!

 

Via de Asselse Heide gaat het richting Hoog Soeren. Inmiddels zit ik in Kroondomein Het Loo. De ‘heide’ glanst goudgeel in de lage zon door de vergrassing met pijpenstro. Slechts enkele donkergroene vlekken verraden de aanwezigheid van struikheide. De delen in de schaduw zijn wit uitgeslagen van de rijp. In de bosschages langs het fietspad groeien de bladverliezende blauwe en de groenblijvende rode bosbes door mekaar. Op de onbegroeide bosbodem liggen verspreid dooie takken met hoopjes witte ‘sneeuw’. Het zijn hoopjes brosse ijskristallen, ontstaan door rijpen – de rechtstreekse overgang van waterdamp naar de vaste fase – door de vrieskou die vannacht beperkt was tot vlak boven de grond. De ijskristallen hechten zich vooral op oneffen oppervlakken zoals uitstekende takken. Het is een vreemd gezicht, net alsof het de allerlaatste restanten zijn van een gesmolten sneeuwdek.   

 

Hoog Soeren (vijfentachtig meter boven NAP) is de grootste van de drie enclaves. Omdat ik tot nu toe geen levend wild heb gezien (behalve de roodborst), maak ik maar een foto van de beeldengroep van een zwijn met biggetjes.

 

Aan de rand van Hoog Soeren een monument in het bos op de plek waar de Duitsers in de oorlog een gigantisch munitiedepot hadden aangelegd, verdeeld over bijna driehonderd ondergrondse bunkers. Het heeft vijfenzeventig jaar geduurd (2020) vóór het gebied bevrijd was van de munitie die tegen het eind van de oorlog tot ontploffing is gebracht. Op de plek van deze gedenkplaat stond een wachttoren; aan de Apeldoornse kant stond de Julianatoren uit 1910 die door de Duitsers met een verdieping werd verhoogd voor het overzicht over A.M.L.MIA (Armee Munitions Lager ‘Mia’). Het bekende kinderpretpark Julianatoren maakt nu dankbaar gebruik van die toren.

 

Een mooie tocht door de bossen van Kroondomein Het Loo. Hier en daar probeert men open plekken op te vullen met jonge bomen. Flinke hekwerken zijn nodig om de jonge bomen door de juveniele fase te loodsen. Ik verlaat Het Loo bij uitgang Wiesel. Geen wilde zwijnen gezien. Koning WA zal tussen 25 september en 25 december de meeste wel omgelegd hebben. Zelfs het hangbuikzwijn bij de Jachtopzienerswoning langs de Wieselseweg No. 130 is in geen velden of wegen te bekennen (‘Kroondomein’. In: Lustrum, 2017).

 

Tijdens de afdaling naar de IJsselvallei kom ik door dorp Wenum met een aantal bijzonderheden. Allereerst de Wenumse Beek met een watermolen en een grote wijerd (een voorraadvijver en bezinkvijver voor de watermolen). Vervolgens het Baronnenlijntje, een kaarsrecht fietspad op het voormalige tracé van een spoorlijn tussen Apeldoorn en Zwolle. En dan staat er in het weidelandschap ook nog een mooie rietgedekte grondzeiler, de windkorenmolen van Wenum. Groot is de kans dat je kerstboom uit Wenum kwam, komt of zal komen, want het stikt er van de kerstboomkwekerijen.

 

Ik passeer de Grift en het Apeldoorns Kanaal, die grotendeels parallel lopen en hier bij dorp Beemte nog geen twintig meter uit elkaar liggen (‘Apeldoorns Kanaal’. In: Tureluren, 2015). Net buiten het dorp staan een viertal reeën in de weilanden te bespreken welke kant ze op zullen gaan, vlakbij een kudde schapen. Ze zijn nu eenmaal beter zichtbaar in het open veld dan in de Veluwse bossen.

 

Nadat ik de A50 ben overgestoken volgen enkele weteringen, die – net als Grift en Apeldoorns Kanaal – uitmonden in de IJssel in de buurt van Hattem en zorgen voor de afwatering van de IJsselvallei. Ik kruis de Nieuwe Wetering en kom dan in dorp De Vecht langs de Grote Wetering. Op de oever een leuk standbeeld van De Vechtertjes, twee jongetjes op meerpalen, waarvan de een de ander nat gooit met een emmer water uit de Grote Wetering. Te oordelen aan de straatversierselen is De Vecht als ‘Vrogge Reuiers’ dorp al vroeg helemaal klaar voor het carnaval.

 

Ik fiets helemaal om Vliegveld Teuge heen, waar het een drukte van jewelste is met kleine vliegtuigjes voor zakelijk en sportief verkeer. Juliana landde hier met de kinderen in 1945 na de ballingschap in Canada tijdens de oorlog.

 

Via stuwen en bruggetjes zigzag ik een aantal keer over de Grote Wetering heen. Passeer de A1 en vervolgens de A50. Ik kom langs een zijingang van het Beekbergerwoud, maar heb geen tijd genoeg om de interessante rondwandeling te maken (‘Beekbergerwoud’. In: 1000110, 2019).

 

Bij het Apeldoorns Kanaal (traject Apeldoorn–Dieren) kom ik nog een oude bekende tegen, de grote kwekerij Man in ’t Veld in Klarenbeek met opvallende witte wallaby’s en allerlei watervogels. Ik probeer over het hek heen een foto te maken van een grote groep roodhalsganzen, die ik hier nog niet eerder heb gezien. Omdat ik niet goed oplet krijg ik een flinke schok van verdekt opgesteld schrikdraad. De camera vliegt bijna uit mijn handen. Probeer die dan maar eens terug te veroveren uit de buidel van een albino wallaby.

 

Bij Lieren een onbewaakte spoorwegovergang, die hoort bij het toeristisch lijntje Apeldoorn–Dieren van de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM). Ik fiets door Het Hoogeland, een bekend Tuin(zorg)centrum, vervolgens door Beekbergen, de thuisbasis van de VSM. Dan langs Gastrobar Riant, waar een levensgroot gevlochten paard wijst op de combinatie van horeca en manege, en tot slot door de bossen van Bruggelen terug naar ‘t Leesten. Zes uur op de fiets, er was veel te zien.        

         


[Beeldverhaal]



Gepost: 4 Februari 2023

 

Knooppunten: 43, 42, 41, 24, 38, 10, 09, 08, 26, 13, 19, 77, 65, 52, 85, 67, 91, 03, 45, 15, 40, 89, 96, 95, 94, 93, 43 (60 km)