WANDELEN: Zwarte Schaar

In Rampjaar 1672 staken de Franse legers van zonnekoning Lodewijk XIV probleemloos de verzande (Oude) Rijn en (Oude) IJssel over: ‘Victoire à Tollus’ (‘Gelderse Poort’. In: It giet oan!, 2016). Ook vestingstad Doesburg bij de samensmelting van Oude IJssel en Gelderse IJssel werd bezet.


Om herhaling te voorkomen kwam de Friese vestingbouwer Menno van Coehoorn rond 1700 met het voorstel om een liniedijk met gracht te construeren van Kandia naar Pannerden, niet bevroedend dat die gracht een paar jaar later (1707) de hoofdverbinding tussen Waal, Nederrijn en IJssel zou worden: het Pannerdensch Kanaal. Menno van Coehoorn maakte ook van Doesburg een onneembare vesting. Rond 1740 werd er zelfs een inundatiezone aangelegd tussen Westervoort en Doesburg, met een inlaatsluis langs het Pannerdensch Kanaal, verdedigd door Fort Geldersoord bij Westervoort. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze mini-IJssellinie onderdeel van de veel uitgebreidere uiterst geheime IJssellinie, die liep van Nijmegen tot Kampen.


Destijds maakte de IJssel een grote lus net ten noorden van Doesburg. Pas in 1954 is de meander afgedamd en de IJssel ter plekke gekanaliseerd. De meander is nog grotendeels intact en heet nu het Zwarte Schaar. ‘Schaar’ staat voor hoge, steile oever. Het omsluit de Fraterwaard, met enkele boerderijen die toebehoren aan Stichting Twickel. De waard is niet vrij toegankelijk, maar je kunt er wel omheen lopen, en dat is wat ik doe op donderdag, 22 juni 2023.


Ik start in Doesburg op parkeerplaats De Bleek, een verwijzing naar het vroegere bleken van het wasgoed in de zon. Een stukje Street Art op een elektriciteitshuisje brengt dit treffend in beeld.

Margje uit Lemmer vaart voorbij op de IJssel. De boulevard met imposante nieuwbouw is Contre Escarpe geheten, naar een term uit de vestingbouw. Een ‘escarpe’ is de binnendijkse (steile) zijde van het talud van een gracht, het ‘contrescarpe’ de waterkant.


Op de boulevard staat het koperen beeldhouwwerk ‘Passi d’Oro’ (Voetstappen van goud) van een Italiaanse beeldhouwer: drie rode mannen in verschillende afmetingen. Ik zie er maar twee! Het kleinste mannetje is al voor de derde keer gestolen door koperdieven.  


Na een bloeiend bestaan als Hanzestad werd Doesburg in de negentiende eeuw een lethargisch provinciestadje. Gelukkig maar, want daardoor zijn de vestingwerken zo mooi behouden gebleven. Tegenwoordig is Doesburg een aantrekkelijk toeristisch stadje met Middeleeuwse trekjes (‘Oude IJssel’. In: Eigen land laatst!, 2021).


Ik wandel over de Lage Linie die Menno van Coehoorn liet aanleggen langs de Oude IJssel aan de zuidkant van de stad. Wilde cichorei, kandelaartoorts, teunisbloem, St.Janskruid, moerasspirea en gewoon wilgenroosje hebben zich inmiddels bij de bloeiende dijk- en bermbegroeiing gevoegd. De kleine karekiet zingt in de rietkragen van het omringende moeras.


Terwijl ik hier op deze aarden wal wandel moet ik denken aan volle neef Peter, die in Doesburg zou gaan wonen, maar tijdens een wandelingetje op deze Lage Linie plotsklaps aan een hartinfarct bezweek. Hij zal toen van mijn huidige leeftijd zijn geweest. Afkloppen!


Via de Grietstraat – een mooie eikenlaan – bereik ik het Zwarte Schaar. In één week heeft het geelbloeiende St.Janskruid zich in grote aantallen gevoegd bij het geelbloeiende Jacobskruiskruid, allerheiligen bij elkaar. Vanaf de dijk van het Zwarte Schaar een uitzicht op de Hoge Linie van Menno van Coehoorn – tussen de Oude en de Gelderse IJssel – die de kwetsbare oostzijde van Doesburg moest beschermen. Nu  kwetsbare natuur, alleen toegankelijk per excursie. Overigens heeft niemand het ooit nog nodig gevonden om Doesburg aan te vallen.


Het Zwarte Schaar heeft aan de noordkant bij Dieren een open verbinding met de IJssel en is een recreatiegebied bij uitstek, met het IJsselstrand, enkele jachthavens, vakantieparken en horeca zoals Ome Jan, die permanent vanaf het terras met een verrekijker naar de vogeltjes staat te turen.     


Ik volg de kronkels van de meander en let een beetje op de plantjes langs de vrij kale dijk: haagwinde, kaasjeskruid, mengseltjes van kamilles, bijvoet die bijna gaat bloeien, akkerdistel, echte kruisdistel, reuzenberenklauw en akkerkool. Akkerkool is een vreemde naam voor een composiet, omdat de naam ‘kool’ een kruisbloemige suggereert. Akkers staan vol met mais en aardappelen. Een koekoek roept om hulp. De Veluwezoom doemt voor me op.


Een contrast met de vrij kale, gemaaide dijk is het bloemrijke toegangsweggetje in Olburgen naar het veerpontje over de Gelderse IJssel. De gemeente Bronckhorst heeft de natuur wel een handje geholpen, maar het is een genot om hier langs te wandelen: grote hoeveelheden gele kamille, paarsbloemig kaasjeskruid, bijvoet, duizendblad, teunisbloem, grote centaurie, akkerwinde, wilde cichorei, koningskaars, wouw, klaproos, heksenmelk, knikkende distel, akkerdistel, speerdistel, slangenkruid, margriet, wilde peen en gele honingklaver. Een leuk floristisch oefenstraatje!


Ik steek met het pontveer over naar Dieren en loop langs de weilanden van Landgoed Hof te Dieren, ook al eigendom van Stichting Twickel. Langs de Doesburgsedijk een flinke hoge muur, waarachter de wijngaard van Hof te Dieren ligt te rijpen. Ene kunstzinnige Jos S. heeft Dieren verrijkt met enkele metalen silhouetten van… dieren: bij de veerstoep een stier, en hier op de dijk een ree.


Vanaf hier gaat de terugweg naar Doesburg langs de doorgaande wegen. In de berm veel kraailook, een beetje aardaker, harig wilgenroosje en kompassla. Ik zie de eerste zebrarupsen op Jacobskruiskruid. Boerenwormkruid gaat binnenkort ook bloeien.


Op de Ellecomsedijk moet ik tot slot twee bruggen over. De eerste is de Langebrug over een kreek in de uiterwaarden van de IJssel. Op het water waterlelies, maar ook de geelbloeiende watergentiaan. Langs de oevers staat veel moeraskruiskruid en enkele plukken gele waterkers. En poelruit bloeit volop met zijn lichtgele pluimen, niet te verwarren met moerasspirea.  


Tenslotte de boogbrug over de IJssel, die vernoemd is naar ene Alexander Ver Huell. Een ingegraven Sherman tank bij de brug herinnert aan de IJssellinie. Ik begeef me naar het centrum voor een Doesburgse mosterdsoep in De Waag, dat pretendeert de oudste horecagelegenheid van Nederland te zijn.


‘Onder het genot van’ zoek ik uit wie Alexander Ver Huell dan wel is of was. Dit heerschap (1822–1897), nakomeling van Doesburgse notabelen, was in zijn tijd een bekende illustrator en cartoonist. Hij illustreerde onder het pseudoniem O.Veralby onder andere het geschrift ‘Studenten-Typen’ van Johannes Kneppelhout (1814–1885), alias Klikspaan. Daar maakte ik kennis mee in Hengelo en Oosterbeek (‘Hemelsche Berg’. In: Paradijs, 2022). Zo’n dwarsverband tussen verschillende dagtochten koester ik.  


Alexander voelde zich al snel ondergewaardeerd en raakte in sociaal isolement. In 1892 plaatste hij een advertentie in de landelijke bladen dat eindigt met zijn voorstel voor een grafschrift: ‘Hij deed veel voor zijn Land – zijn Land deed niets voor hem’. Toch liet hij Doesburg een grote erfenis na, te bestemmen voor een brug of een treinstation. Doesburg deed echter andere dingen met het geld. In 1951 werd de boogbrug over de IJssel aangelegd. Pas in 2016 kreeg dan eindelijk deze Doesburgse brug zijn naam.

    


[Beeldverhaal]

 

Gepost: 9 Juni 2023

 

Komoot: Smarttour/1551643 (15 km)