WANDELEN: Oldenaller

Landgoed Oldenaller is gelegen tussen Nijkerk en Putten. Het gebied was in de middeleeuwen in handen van de familie Van Aller en dat verklaart in elk geval het tweede deel van de naam. Van 1598 tot 1648 zou familie van Johan van Oldenbarnevelt er gewoond hebben, maar of dat geleid heeft tot het deel ‘Olden’ van de naam? Het kasteel is overigens van latere datum (1655).  

Oldenaller figureert op de lijstjes van landgoederen waar in het voorjaar stinsenplanten te bewonderen zijn. Reden om op donderdag, 29 februari 2024, samen met vriend Roel een kijkje te gaan nemen. Nu had deze plantenkenner onder Wageningse studenten de dubieuze reputatie dat het altijd regende tijdens zijn veldexcursies. Helaas, vandaag is het niet anders. Een druilerige dag, maar niet nat genoeg om thuis te blijven.


Landgoed Oldenaller ligt in het stroomgebied van een stel Veluwse beken, Cluster Veldbeek genaamd. Deze cluster stroomt als Schuitenbeek uit op het Nuldernauw. Overigens is bij de monding van de Schuitenbeek in de Randmeren een soort voorportaal aangelegd met rietkragen – Delta Schuitenbeek – om het vervuilde landbouwwater uit de Gelderse Vallei te zuiveren van ongerechtigheden voordat het op het grote open water wordt geloosd (‘Randmeren’. In: Dreamgirls, 2018).


In de eerste de beste boerensloot met roestbruin kwelwater groeit een populatie holpijp, een paardenstaart die zijn naam eer aandoet met zijn grote holte in de stengel.


De Schuitenbeek kruist de oprijlaan van het kasteel, de Oldenaller Allee. De kleine parkeerplaats is ook een mogelijk startpunt van dit Klompenpad. Hier ligt de Poorterbrug (Oldenallerbrug), waar op 30 september 1944 door het Verzet een aanslag werd gepleegd op Duitse officieren. Een klein monumentje herdenkt deze gebeurtenis. Deze aanslag had echter desastreuze gevolgen voor Putten. Op 1 en 2 oktober vond een razzia plaats waarbij als vergelding de hele mannelijke bevolking werd weggevoerd. Meer dan vijfhonderd overleefden de concnetratiekampen niet, slechts enkele tientallen keerden terug. In Putten zelf bevindt zich een herdenkingsruimte voor deze razzia.


Onder de statige bomen van de oprijlaan mooie mostapijten. Wanneer ik groot laddermos denk te herkennen, blijkt het fijn laddermos te zijn, een kleinere uitvoering.


Kasteel Oldenaller heeft een bijzondere uitstraling met de vierkante toren die boven het huis uitsteekt (tweede helft negentiende eeuw) en dit tussen de hoge bomen van het kasteelbos.


In het kasteelbos bloeit de bonte krokus in verschillende kleuren en de boerenkrokus, die eigenlijk altijd lichtpaars van kleur is. De boerenkrokus is wat slanker en bloeit iets vroeger. Grote en kleine variëteiten van de narcis kleuren de bosbodem geel. Spoedig zullen wilde hyacinten en sterhyacinten volgen, alsook de gewone vogelmelk. Naast het gewone sneeuwklokje bloeit ook groot sneeuwklokje, forser van bloem en blad.


In het kasteelbos huist een grote broedkolonie van de blauwe reiger. De nesten zijn nu goed zichtbaar in de bladerloze bomen en menige reiger is alweer bezig lekkages te verhelpen en de wanden beter te isoleren.


Door het bos loopt een slingerpad van kleine klinkers. Roel & Co. vonden jaren geleden tussen de steentjes een aantal zeldzame mossen. Toen ze een paar weken later deze vindplaats aan andere mossenspecialisten wilden laten zien, bleek alles verdwenen. Met de hogedrukspuit was het pad volledig ‘onkruidvrij’ gemaakt. Inmiddels is er weer enige begroeiing terug, maar de zeldzame mossen zijn spoorloos. Zo gaat onze biodiversiteit onbedoeld en ongemerkt verloren.


We verlaten het kasteelbos en daar waar de Veldbeek s.s. in de Schuitenbeek stroomt kiezen we de routeverlenger die min of meer de Schuitenbeek volgt. De oevers zijn rijk begroeid met de varen dubbelloof en enkele haarden van de eikvaren. Ertussen polletjes ruige veldbies met kleine bloeiwijzen. Planten herkennen als ze in bloei staan is al geen sinecure, laat staan wanneer het nog maar kleine kiemplanten zijn. Toch weer wat geleerd wat dat betreft: de jongste blaadjes van stinkende gouwe (controle: geel melksap), piepkleine plantjes valeriaan, kleine rozetjes van de hemelsleutel en jonge scheuten van de dagkoekoeksbloem.        


Af en toe valt in de houtwallen een boswilg op die met zijn gelige bloeiwijzen afsteekt tegen de omringende kale bomen. Een verweerde betonnen paal langs de weg heeft een toupetje van mossen, waaronder het algemene muisjesmos  met zijn grijze haren op de top van de bladeren.

De Schuitenbeek zorgt voor de ontwatering van de Kruishaarsche Heide. Ik herken een stukje van een ander Klompenpad, dat ik eerder heb bewandeld door dit heidegebied en over Landgoed Hell (‘Kruishaarderpad’. In: Eigen land laatst!, 2021).


Een kleine vijverpartij bij een woonhuis herbergt een bonte verzameling eenden, waaronder de krooneend (woerd & eend), Carolina-eend, mandarijneend en een witte parkeend.


Op de terugweg kruisen we enkele andere beken van de Cluster Veldbeek in de buurt van de voormalige schaapskooi.


Tot slot een wandeling over De Heihoef en Klein Heitje, restanten heide met vennetjes. In de top van een boom verkondigt een zanglijster dat morgen de lente begint (althans voor de meteorologen). De lijster overstemt een tjiftjaf, die dus ook al wedergekeerd is van zijn vakantieadres.

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 5 Maart 2024

 

Klompenpad: Verlengde Oldenallerpad (12 km)