FIETSEN: Oude en Nieuwe Schelde

Donderdag, 24 augustus 2023. We volgen vanuit Dendermonde de Schelde stroomafwaarts op de rechteroever langs de Vlassenbroekse Polder. De natuur schoonhouden denkt men hier te bewerkstelligen door bordjes met de volgende tekst (meer dan één antwoord mogelijk):

 

         Ik flikker troep in de natuur omdat….

         ▢ ik dom ben

         ▢ ik debiel ben

         ▢ ik lui ben

         ▢ mijn moeder alles opruimt

 

Op flinke afstand van de bebouwde kom staat een bijzondere onder architectuur gebouwde watertoren, die Baasrode van schoon Scheldewater voorziet. De oevers van de rivier zijn tot aan de waterlijn dichtbegroeid. De Schelde heeft niet overal voldoende ruimte. Lelijke keermuren moeten dorpen zoals Baasrode beschermen tegen extreme waterstanden.


Ik heb me voorgenomen de opvallende elementen van de vegetatie (Japanse duizendknoop, reuzenbalsemien. walnotenbomen) nog eens goed in beeld te brengen.


We komen langs een ‘Blackfield’, een zwaar verontreinigd fabrieksterrein dat al vijfentwintig jaar ligt te liggen. De plantengroei ziet er redelijk normaal uit, maar het probleem zit vooral in de ondergrond. Er groeit een pluk zeepkruid dat graag wil helpen bij de schoonmaak.


Het kerkje van dorp Sint-Amands verschijnt langs het water, uiteraard gewijd aan Sint-Amandus. Later op de dag gaan wij hier oversteken met de veerpont Sint-Amands– Moerzeke. Wij zijn toe aan koffie, maar Brasserie De Veerman is nog niet open. 


Sint-Amands is de stad van Emile Verhaeren (1855–1916): vóór de Brasserie staat zijn standbeeld, iets verderop is zijn monumentale graf op de oevers van de Schelde en hij heeft een eigen museum. De kroegbaas, die zijn terras aan het vegen is, vertelt trots dat Verhaeren bevriend was met koning Albert I en een gedichtje heeft geschreven voor koningin Elizabeth I, alsof dat het hoogst bereikbare is. Maar Verhaeren was buiten kijf een beroemde, mij onbekende, Franstalige schrijver en dichter, die verschillende keren is genomineerd voor de Nobelprijs voor Literatuur. En hij staat op een Belgische postzegel. Hoger kun je niet stijgen. En ik ken dus mijn ‘klassieken’ niet! In wielerland België kun je beter niet van ‘klassiekers’ spreken. Iedere fietser is hier een wielrenner en die verstaan daar heel iets anders onder.  


De buitenrand van de ooibossen bestaat vooral uit katwilg met zijn lange, smalle bladeren. Tussen de katwilgen ligt idyllisch een opvallende woonboot in een kreek. We kunnen nu vanaf deze kant beter dan gister de monding van de Durme aan de overzijde aanschouwen.


Vanaf Weert volgen we de oevers van de Oude Schelde, een zijarm die in de dertiende eeuw van de Schelde werd afgesneden. Een vrij zeldzame distel komt hier veel voor in de bermen, de moesdistel. We gaan hier op zoek naar het kasteel Van Marnix van Sint-Aldegonde. Dat klinkt heel bekend, maar waarvan? Wilhelmus! Aan Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (1540–1598) wordt ons volkslied toegeschreven, hoewel dat twijfelachtig is. Feit is dat hij in de tijd dat het Wilhelmus ontstond schrijver was en adviseur van Willem van Oranje. Overigens heeft hij zelf nooit op dit kasteel gewoond, want het kasteel is pas sinds 1773 in bezit van de familie Van Marnix (van Sint-Aldegonde).


Een buitje op onze kop kunnen we vermijden door in Bornem de lunch te gebruiken. Daarna proberen we wat dichter bij het kasteel te komen, want daar gaat alles op afspraak. Verschillende keren verwoest en weer opgebouwd, dateert het huidige prachtige kasteel van eind negentiende eeuw.


Net buiten Bornem ligt een oud fort, onderdeel van de Stelling van Antwerpen. In 1859 werd besloten om Antwerpen tot ‘Nationaal Reduit van België’ te verklaren, een laatste verschansing van overheid en leger in geval van vijandelijkheden. De eerste Brialtomwalling lag te dicht bij de stad waardoor het een makkelijke prooi was voor het steeds verder reikende geschut. Dit werd in eerste instantie gerepareerd met een tweede gordel van forten, zoals het grote fort van Merksem. In 1906 werd besloten tot een nieuwe derde gordel, de Hoofdweerstandstelling, op achttien kilometer van de stad, bestaande uit zestien forten – waaronder dit Fort van Bornem – en kleine schansen ertussen (‘Nationaal Reduit’. In: Paradijs, 2022). Het fort was nog niet volledig afgewerkt bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Het verkeert momenteel in erbarmelijke staat.

Voor het eerst een enorme akker met een groentegewas, uiteraard Brusselse spruitjes. De uniformiteit is een lust voor de camera.


Via een vrij saaie doorsteek van Bornem naar Oppuurs en dan zelfs met een omweggetje via Briel aan de Schelde bereiken we voor de tweede keer het pontveer Sint-Amands–Moerzeke, dat net naar de overkant vaart. We moeten dus een half uurtje wachten bij Brasserie De Veerman.


Emile Verhaeren schreef veel over de Schelde en over ‘De Veerman van Sint-Amands’. Bij de veerpont staat een beeld van de veerman, maar wel uit de tijd dat hij nog moest roeien of bomen. Bij dit beeld wordt binnenkort een plek ingericht waar nabestaanden van overledenen, die zich nauw verbonden voelden met de Schelde, de bio-afbreekbare ‘urne’ met de as te water mogen laten (vriend Jan leest per ongeluk hardop ‘urine’ in plaats van ‘urne’). Het is de vraag of dit de waterkwaliteit van de Schelde goed zal doen.


Na de oversteek fietsen we terug naar Dendermonde langs GOG Wal-Zwijn (in tegengestelde richting van gister) en dan bij Moerzeke om de Vlassenbroekse Polder heen. De Schelde is op dit gedeelte vrij smal en bochtig, en hier moet ergens twee weken geleden (7 augustus) het Nederlandse binnenvaartschip zijn gezonken.


We rijden door tot de Dendermondebrug over de Schelde en zitten dan in een mum van tijd weer op een terras aan de Grote Markt. Omdat het onze laatste avond en nacht is op ons gastadres hebben we Magda Joos gevraagd een warme maaltijd te bereiden, een eenvoudige maar lekkere spaghetti. Ervaringen worden gedeeld.


We gaan na het eten wel weer terug naar de Grote Markt, want donderdag is terrasjesavond, met allerlei activiteiten op het mooie plein. Een hoempaorkest dweilt langs de terrasjes, een zangduo brengt meezingers ten gehore, kinderen vermaken zich met allerlei speeltuig, het publiek wordt bij gedoofde lichten getrakteerd op een   fakkelshow… tot een felle regenbui een einde maakt aan de fakkels en andere activiteiten. Tijdens een kort droog intermezzo weten wij onze slaapplek  zonder regenkleding te bereiken.   


Volgende week donderdag (31 augustus) is de jaarlijkse Reuzenommegang Katuit. Jammer dat we daar geen last van hebben!

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 17 September 2023

 

Knooppunten: Dendermonde, 91, 58, 52, 10, 67, 76, 08, 06, 05, 04, 03, 40, Bornem, 24, 29, 26, 25, 23, 89, 13, 12, 11, 10, 67, Pontveer, 50, 57, 61, 56, 99, 95, 91, Dendermonde  (73 km)