FIETSEN: Halfweg

Een fietstocht door de Bollenstreek en de Kennemerduinen op donderdag, 16 mei 2024, samen met vriend Jan uit Breda. We beseffen dat we wat aan de late kant zijn voor de Bollenvelden, want de Keukenhof is het afgelopen weekend (11 mei) dichtgegaan voor het publiek. Nou zal dat niet meteen betekenen dat er helemaal geen bloembollenbloei meer in de omgeving te bekennen is; wij zullen vast wel wat tegenkomen en zijn al gauw tevreden met een enkele felle kleurenfoto.


Start op een parkeerplaats bij Het Tussenstation (Lisse), een oud treinstation in buurtschap Halfweg, op steenworp afstand van de Keukenhof. Dit is niet dorp Halfweg in de Haarlemmermeer, dat zijn naam ontleent aan het feit dat het halverwege Amsterdam–Haarlem ligt, maar het buurtschap Halfweg in Lisse, dat halverwege de in 1657 gegraven trekvaart van Haarlem naar Leiden is gelegen. Het Tussenstation is ooit onder architectuur gebouwd (1891), maar is niet meer als station in gebruik; het huisvest nu horeca.       


Terwijl ik op vriend Jan sta te wachten, die enige vertraging ondervindt, loop ik langs de randen van de parkeerplaats naar plantjes te speuren. Er staat van alles, maar het leukste is de bleke morgenster. Aan een lichtmast hangt een bordje ‘Controle’ met aan een touwtje een ronde stempel met slechts de letter ‘K’. Dat kan alleen maar de ‘K’ van Keukenhof zijn. De parkeerplaats wordt waarschijnlijk als ‘overloop’ gebruikt bij extreme drukte.


We gaan op weg en fietsen langs de Trekvaart Haarlem–Leiden richting Noordwijkerhout. Het Witte Kerkje in Noordwijkerhout herinner ik me nog van een fietstocht lang geleden in de maand april, toen de bollenvelden nog wel in volle bloei stonden (‘Bollenstreek’. In: Tjiftjaffen, 2014).


Onderweg naar Noordwijk komen we een prachtige aanplant tegen van het mammoetblad oftewel reuzenrabarber (Gunnera manicata), met machtige bloeikolven tussen de reusachtige bladeren. Slechts één keer eerder heb ik met verbazing naar deze exotische tuinplant staan kijken, notabene in Ruinerwold (‘Reestdal’. In: Lustrum, 2017).


In een vijver in Noordwijk heeft een broedende meerkoet haar nest ‘verstevigd’ met een lege zak paprika chips en houdt het een doorschijnend stuk plastic bij de hand om als paraplu te dienen voor als het gaat regenen.


Op de Nieuwe Zeeweg in Noordwijk (geen Thalassa!) nemen we even pauze op een bankje bij het borstbeeld van dichter Albert Verweij (1865–1937). De naam klinkt bekend, maar de fraaie zin op de sokkel is het eerste wat ik van hem lees: “Ik was de zeventig nabij, toen Wenckebach mij bootste in klei, en daarna gieten deed in brons, tot eeuwge duur van bouw en frons. Hij gaf het beeld wat mij ontging: een zijn zonder verandering.


Onze tocht gaat verder door Noordwijk. Rond de Oude Jeroenskerk (twaalfde eeuw) een mooie tuin, waar beemdkroon en veldsalie opvallen. We verlaten Noordwijk bij de Brede School Boechorst; de ingezaaide bloemrijke bermen staan vol met vlas, gele morgenster, gewone ossentong en een roze anjer met vrij grote bloemen.


Tot nu toe alleen maar bollenvelden waar nauwelijks nog een bloem is te ontdekken. Maar daar staat tegenover dat je jaarrond kunt genieten van de ‘Giant Tulip Bulbs’, een tachtigtal kunstwerken in de vorm van een bloembol, allemaal identiek van vorm, maar verschillend in beschildering door kunstenaars uit de Bollenstreek. Voor ongeveer vijfduizend euro kun je zo’n bloembol adopteren! We komen er verschillende tegen onderweg.


Net buiten Voorhout en Sassenheim ligt de Ruïne van Slot Teylingen, een waterburcht uit de dertiende eeuw. Helaas alleen te bezichtigen in het weekend. En zeker ook komende maandag, Tweede Pinksterdag, want dat is de Dag van het Kasteel.       


De burcht was eerst een verdedigingswerk, maar later een houtvesterslot van de graven van Holland. Ik maak een foto van de ruïne vanaf de Houtvesterbrug. De bekendste bewoonster was Jacoba van Beieren (1401–1436), die hier haar laatste dagen sleet als houtvester en de landerijen van Slot Teylingen, bekend als ‘Keukenduyn’, gebruikte als jachtgebied. De opbrengst van ‘Keukenduyn’ werd gebruikt in eigen keuken. In 1641 werd op de landerijen Kasteel Keukenhof gebouwd en in 1950 opende op het landgoed een tentoonstelling van voorjaarsbloeiende bloembollen, de geboorte van het lentepark Keukenhof.   


We komen langs een ‘Giant Tulip Bulb’ die beschilderd is als een ‘Bolle(n)schuur’. Het landschap staat hier vol met allerlei typen schuren voor het drogen van de bloembollen.


Wat me stoort is een informatiebord over de ‘High Five’ van de Bollenstreek, naar analogie van de ‘Big Five’ van de Afrikaanse wildparken. Scholekster, kievit, veldleeuwerik, gele kwikstaart en patrijs zouden zich prima thuis voelen in de bollenvelden, maar ik zou ze graag onderzoeken op opgehoopte pesticiden.


Tussen Voorhout en Lisse eindelijk bollenvelden met kleur, maar de meeste gele en rode tulpenbloemen zijn afgeknipt en liggen te verpieteren in de geultjes tussen de bedden. Dat is dus het lot van de ongewenste bloemen. Er mag geen energie verspild worden aan langdurige bloei en vruchtzetting, want het enige doel is de nieuwe bloembol. Vervolgens ook nog enkele onaangeraakte velden met tulpen op steel. De felle kleurenfoto is gemaakt.   


Langs ’t Huys Dever in Lisse, in het centrum de St. Agathakerk en vervolgens langs de dichte Keukenhof. Gesloten? Ja, voor het publiek, maar er is volop activiteit volgens het bord op het toegangshek: “We are preparing the park for next season”.


We zijn nu dichtbij onze auto’s in Halfweg, maar we zijn pas halverwege deze fietstocht. We komen langs een bloemenveld met allerlei kleurvarianten van de lis (Iris). De kweker loopt langs de bedden en gebruikt de kleur van de bloem om de zuiverheid van de verschillende rassen te controleren. Er mag geen gele lis in een pakje paarse lis terechtkomen.


In Hillegom een prachtig smal fietspad tussen enorme planten van groot hoefblad door. Langs Huis te Vogelenzang met de gevelklok gefixeerd op zes uur en langs de prachtige villa Casa Carmeli, tegenwoordig een zorgcentrum van de zusters Karmelietessen.


Oostelijk van de Waterleidingduinen zijn door rijke Amsterdamse kooplieden mooie landgoederen gesticht in de binnenduinen. We fietsen door Landgoed Leyduin en vervolgens door villadorp Aerdenhout.


Dan een lang recht fietspad naar de Boulevard van Zandvoort: Thalassa! Met zicht op strand en zee verorbert vriend Jan een portie kibbeling en bekijk ik de balustrade met liefdesslotjes. De meeste zijn danig verroest door de zoutige zeewind en dreigen op termijn uit elkaar te vallen: een mooie metafoor voor echtscheiding en echte dood.


Wat volgt is een fraaie maar zware tocht van tien kilometer in zuidelijke richting met tegenwind door de duinen westelijk van de Waterleidingduinen. Duin op, duintje af. Langs het fietspad heel veel duinviooltjes en veldhondstong. We zien een drietal damherten, een plaag in de Waterleidingduinen. En we zien beren op de weg. Harige rupsen van de nachtvlinder grote beer steken het pad over op zoek naar een plek om te verpoppen.


Bij de strandopgang met Vrijstaat Nederzandt verlaten we de kustlijn, passeren het Oosterduinse Meer (zandwinning) en de afgedekte vuilnisbelt Tespelduyn. Dan nog de mooiste ‘Giant Tulip Bulb’ van de dag, met een schildering van een boerendochter die haasje-over speelt met een koe en parende scholeksters.


Een tocht van bijna zeventig kilometer met veel indrukken is volbracht. Het is kwart over vijf; een kwartier te laat voor een drankje op het terras van Het Tussenstation.   

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 25 Mei 2024

 

Fietsknooppunten: 48, 04, 80, 42, 69, 33, 24, 34, 20, 65, 72, 66, 46, 67, 84, 06, 59, 58, 55, 57, 41, 30, 91, 29, 49, 40, 28, 13, 12, 17, 16, 15, 76, 72, 82, 83, 77, 79, 31, 06, 35, 47, 26, 36, 48 (67 km)