SELFIES: In Memoriam Cees Karssen

Cees Karssen (1937–2023) is na een slopende ziekte op 14 oktober overleden. Tijdens zijn periode als Rector Magnificus van Wageningen Universiteit (1993–2000) en nog drie jaar daarna (2001–2003) heb ik regelmatig met hem mogen samenwerken en reizen gemaakt in het kader van het grote documentatieproject PROSEA (Plant Resources of South-East Asia), een samenwerkingsverband van Wageningen Universiteit met zes wetenschappelijke instellingen in Indonesië, Maleisië, Thailand, Filippijnen, Papoea-Nieuw-Guinea en Vietnam. Doel van het project was om de verouderde geschriften over de nutsplanten van deze regio (Heyne, Burkill, Brown, Reyes, Crevost et al.) samen te voegen, te updaten, uit te breiden en dit totaaloverzicht van de nuttige planten algemeen toegankelijk te maken (‘Karel Heyne’. In: It giet oan!, 2016). 


Vanaf de start van PROSEA in 1986 had de top van de universiteit, met name rector Cees Oosterlee, zich ingezet om PROSEA na enkele eerdere mislukte pogingen van de grond te tillen en tot een succes te maken.


Het zal in het voorjaar van 1993 zijn geweest, enkele maanden vóór je aantreden als opvolger van rector Henk van der Plas, dat Cees Oosterlee en ik je opzochten bij Plantenfysiologie in een poging je over te halen om PROSEA tijdens je rectoraat in portefeuille te nemen. Je hebt toegezegd en daarmee begon een vruchtbare bestuursperiode die heeft voortgeduurd tot de voltooiing van PROSEA in 2003: vice-voorzitter van het Stichtingsbestuur en lid van het Dagelijks Bestuur.


Aan de ceremoniële verplichtingen (aanbieden van nieuwe producten, opening van bijeenkomsten) heb je je nooit onttrokken. Dat geldt helemaal voor de echt belangrijke verplichting, die bestond uit het bijwonen en gedeeltelijk voorzitten van de jaarlijkse vergadering van de ‘Board of Trustees’ (3 dagen), van de ‘Executive Board’ (1 dag) en van het PROSEA Comité Nederland (2 uur).


Terwijl de vergaderingen van de ‘Executive Board’ altijd werden gehouden in Wageningen, zat de ‘jus’ van de functie toch wel in de bijeenkomsten van de ‘Board of Trustees’, die bij toerbeurt plaatsvonden in één van de Zuidoost-Aziatische deelnemende landen (en meestal tijdens Nederlands herfstweer!). Je hebt deze vergaderingen (van een project zonder noemenswaardige problemen) altijd als een rustpunt ervaren in je hectische jaren als Rector Magnificus. Ik wil deze vergaderingen kort de revue laten passeren.

 

1993

De eerste bijeenkomst die je bijwoonde vond plaats in Hanoi. Henk van der Plas was nog vice-voorzitter (1989–1993), maar in deze vergadering zou je het roer overnemen. Je arriveerde iets later, maar bleef tot het eind, inclusief de oneindige excursie die ons in een VietCong-bus zonder vering naar een natuurpark langs de HoChiMinh-route bracht, waar een gedenkwaardige coca-cola en aji-no-moto lunch werd genoten, alvorens ‘stante pede’ de terugreis te aanvaarden. Ik heb voorzitter Aprilani Soegiarto uit Indonesië nog nooit zo ontstemd gezien als toen bij terugkomst in Hanoi. Een bezoek aan het Mausoleum van HoChiMinh kon geen doorgang vinden, want hij was op balsemvakantie in Moskou.

 

1994

In dit jaar was de vergadering gekoppeld aan de ‘Second PROSEA International Workshop’ in Cisarua, Indonesië. Het niveau van de presentaties vond je laag, maar de hele happening aangenaam en nuttig. Je danspasjes aan de hand van Indonesische schonen tijdens de culturele avond staan nog scherp op mijn netvlies. Ik weet uit eigen ervaring dat je je voelde ‘als de olifant in de porseleinkast’. Het was ook duidelijk dat we qua zang en dans nog wel iets konden leren van onze Leidse Flora Malesiana sympathisanten, Pieter Baas en Wim Backhuys.

 

1995

De vergadering in Kuala Lumpur kan omschreven worden als de ‘Salleh Mohd Nor’ show. Deze internationaal hoog aangeschreven FRIM directeur stond bekend als een ware vertegenwoordiger van het grote Maleisische ego, die er niet voor terugdeinsde de knuppel in het hoenderhok te gooien. Meestal liet hij zich op PROSEA bijeenkomsten vertegenwoordigen door Abdul Latiff. Zijn pensionering in 1995 was voor ons aanleiding om hem nog éénmaal als gastheer in ons midden te hebben. Dat hebben we geweten!

Ik heb met grote bewondering gadegeslagen hoe jij de opportunistische aanval op de zijns inziens te grote Nederlandse inbreng in PROSEA hebt bezworen. Als we je ooit nodig hebben gehad, dan was het op dat moment. De zwijgzaamheid van de overige Zuidoost-Aziatische partners was zowel ontluisterend als typerend.

 

1996

Misschien als reactie op deze heftigheid was ultieme isolatie in een golf-course hotel ons lot in 1996 in Saraburi, Thailand. Zelfs wandelen langs de golf-course was gevaarlijk als Abdul Mohd Razak (nieuwe Maleisische FRIM directeur) en Soonthorn Duriyaprapan (PROSEA Country Officer Thailand) hun ronde deden met de nodige afzwaaiers. De uitermate prettige en verstandige boeddhistisch geïnspireerde levenshouding van onze Thaise gastheren, alsmede een ‘cuisine’ om van te watertanden, maakt een bezoek aan Thailand altijd memorabel.

 

1997

Voor de vergadering in Tagaytay, Filippijnen, had je weinig tijd. Je arriveerde laat en had een belangrijke China-missie voor de boeg. Tot overmaat van ramp moest je onze Indonesische voorzitter Aprilani Soegiarto vervangen, die op het laatste moment verstek liet gaan wegens ziekte. Zelden is de vergadering zo voortvarend en vlot verlopen. Je miste wel de meest interessante excursie tot dan toe: de beklimming van de Ta’al vulkaan en leerzame bezoekjes aan ‘organic farms’.

 

1998

Het jaar 1998 bracht ons opnieuw naar Hanoi, waar ik persoonlijk een zwak voor heb. De manier waarop deze ‘hobbits’ zich in de beginjaren in PROSEA ingevochten hebben heeft grote indruk op me gemaakt. Jij liet je na afloop een groot houten beeld aansmeren op de souvenir markt. Toen je vlak voor de terugreis nog enkele zware pakketten PROSEA Nieuwsletters toegestopt kreeg voor transport naar Nederland, voelde je je zwaar misbruikt als overbelaste postbode. Maar ja, op een dienstreis hebben vijfhonderd PROSEA Nieuwsletters voorrang op een vermolmde houten ruiter, nietwaar?

 

1999

Tot op het laatst was het onzeker of de ‘Third PROSEA International Workshop’, opnieuw gevolgd door een ‘Board’ vergadering, wel doorgang kon vinden in november 1999 in Bogor, Indonesië. De verkiezing van de presidentscombinatie Wahid/Megawati zette het sein op groen. Deze keer vond je de kwaliteit van de presentaties beduidend beter. Ook hier hebben we ons bij tijd en wijle aan de hotel-isolatie kunnen onttrekken door met de ‘bemo’ een echt Indonesisch restaurant op te zoeken. Een speciale ceremonie was de onthulling van de steen op het graf van ‘Dok’ Kostermans – bijzonder adviseur van PROSEA – op het oude Nederlandse kerkhof in de Plantentuin (‘Dok Kostermans’. In: Lustrum, 2017). Na de ‘Board’ vergadering maakten we samen een kort uitstapje naar het Samudra Beach Hotel in Pelabuhan Ratu, aan de Javaanse zuidkust. Ik herinner me een interessant gesprek over levensvragen en religie.

 

2000

Na je Rectoraat in augustus 2000 werd afgesproken dat je opvolger Bert Speelman zich zou inzetten voor het nieuwe soortgelijke documentatieproject PROTA (Plant Resources of Tropical Africa) en jij PROSEA zou afmaken. Bevrijd van de hectiek nam je echtgenote Margreeth mee naar de vergadering in Chiang Mai, Thailand.

 

2001

Financiële beperkingen leidde in het najaar van 2001 tot uitstel van de ‘Board’ vergadering. In plaats daarvan kwam een extra buitengewone vergadering van het Dagelijks Bestuur in Wageningen, het jaarlijkse onderonsje met voorzitter Aprilani Soegiarto.

 

2002

De uitgestelde ‘Board’ vergadering vond een half jaar later in het voorjaar wel doorgang in het bijzondere Kota Kinabalu op Sabah, Maleisië. Onderwerp van discussie was onder andere de samenwerking tussen PROSEA en haar nieuwe zusterorganisatie PROTA voor tropisch Afrika.

 

2003

Het ‘Publication Office’ bij Wageningen Universiteit werd met de publicatie van de laatste drie delen van het 24-delig handboek in april 2003 van zijn taken ontheven. Dit heugelijke feit werd omlijst met een Mini-Symposium ‘PROSEA impact: past, present and future’, voorafgegaan door je laatste ‘Board’ meeting. Voor deze feestelijke afsluiting kwam de uitgebreide PROSEA familie onder jouw gastheerschap bijeen in Wageningen. Je mocht voorzitter Aprilani Soegiarto uit Indonesië, met wie je tien jaar lang zo harmonieus hebt samengewerkt, honoreren met de Zilveren Medaille van Wageningen Universiteit & Research.

 

Je hebt PROSEA altijd maar zeer marginaal vermeld in je omvangrijke CV, waarschijnlijk omdat je vond dat je geen hele grote problemen hebt hoeven oplossen. Juist in zo’n situatie is stabiliteit van het leiderschap belangrijk voor de realisering van zo’n langdurig en kostbaar samenwerkingsverband van zeven instituten in evenzovele landen.

Mijn dank en waardering hiervoor is enorm!   

       


[Foto's]


 

Gepost: 25 Oktober 2023

 

Gebaseerd op: Liber Amicorum bij het afscheid van Cees Karssen, 2000; PROSEA Newsletters 1994–2002; PROSEA Annual Reports 1993–2003.