FIETSEN: Durme en Schelde

Woensdag, 23 augustus 2023. Na een uitgebreid ontbijt in de tuin van ons gastadres, bij een vijvertje met goudvissen en enkele koikarpers, zitten we weer om half negen op de fiets. Vandaag oog voor de Durme, een andere zijrivier die uitmondt op de linkeroever van de Schelde. De Zeeschelde en zijn zijrivieren vormen samen het Natura2000-gebied ‘Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’.


We fietsen in een boog via Lebbeke naar Baasrode, waar we ons over de Schelde laten zetten naar Kastel met de fietspont Maiandros II. Ik vraag me af wat ‘Maiandros’ betekent. Mijn Middelbare School kennis van de klassieke talen blijkt diep weggezakt. ‘Maiandros’ is Grieks voor ‘Meander’. We moeten volgens de dienstregeling een kwartiertje wachten en kletsen wat met de corpulente veerman en twee dames die ook een tochtje maken.


Water stroomt momenteel in volle vaart stroomopwaarts de Schelde binnen. Onder soortgelijke omstandigheden zonk twee weken geleden (7 augustus) een Nederlands binnenvaartschip in een Scheldebocht ongeveer twee kilometer stroomopwaarts bij de Vlassenbroekse Polder. De bocht en de sterke stroom lieten het schip licht overhellen, waardoor de lading bakstenen op pallets begon te schuiven. De schipper heeft het niet overleefd.       


Vanaf de pont is op de oevers heel duidelijk de dominante begroeiing van Japanse duizendknoop te zien. “Het was groen, dus mochten we er niet aankomen. Nu is het te laat en komen we er niet meer van af”, verzucht één van de dames. “Idem dito met de reuzenbalsemien.” Japanse duizendknoop is in Nederland een plaag, maar hier is het echt een onbeheersbaar probleem geworden. Reuzenbalsemien wordt in Nederland bestreden bij kleine beekjes, maar verder redelijk met rust gelaten. Hier is te zien op de schorren waar dat toe kan leiden.


Aan de overkant Sigmaplan werkzaamheden aan nieuwe GOGs (Gecontroleerd Overstromings Gebied). Eerst Wal-Zwijn, dan Lippenbroek en vervolgens De Bunt bij de monding van de Durme. Ik vermoed dat de projectnaam Sigma een subtiele verwijzing is naar de sterk meanderende Schelde. We worden regelmatig een eindje van het Jaagpad gejaagd, omdat de dijk overhoop ligt. Langs dergelijke omleidingen langs onverharde paden kom je  soms de leukste bloemenmengsels tegen: gewone agrimonie, klit, kandelaartoorts en heel veel heelblaadjes (nog niet eerder gezien dit jaar).


Behalve de ontelbare walnotenbomen ook veel vlierstruiken, soms hele vlierbesbossen, nu des te opvallender omdat ze vol hangen met paarse bessen.


De enorme diversiteit aan speciale biertjes in België heeft ongetwijfeld te maken met de alom aanwezige klimmer hop, die met haar hopbellen andere struiken – zelfs de Japanse duizendknoop – versiert. Of is het andersom, en heeft de biercultuur geleid tot ontsnapte en verwilderde hopbellen?


Er liggen binnendijks enkele drukbezochte visvijvers, waarschijnlijk omgevormde kolken van vroegere dijkdoorbraken.  


We bereiken de monding van de Durme. Dichtstbijzijnde plaats is Tielrode aan de overkant en Hamme op deze oever. Naar analogie van Dendermonde, deze keer geen Durmemonde, maar stroomopwaarts passeren we wel het dorpje Durmen.


Koffiepauze in Hamme. Westelijk van Hamme een oude loop van de Durme. Er loopt een prachtig schelpenpad om deze kronkelende Oude Durme heen. Het aantal (water)vogels is overigens in het algemeen bedroevend laag. Ook hier slechts enkele meeuwen en een solitaire Canadese gans. In de GOGs zien we wel regelmatig fazanten, maar verder vooral houtduiven.


We rijden door Waasmunster en maken een foto van Kasteel Blauwendael, een speels geheel uit eind negentiende eeuw (neorenaissance). In het omringende park een mooi beeld van twee fietsers, die even stoppen om een praatje te maken. Ze hadden alleen hun kleren wel aan mogen houden, want zo warm is het nou ook weer niet. In Waasmunster dolen we wat rond om een lunchplek te vinden.


Vervolgens weg van de Durme en terug richting de Schelde via de stad Zele. Zele pronkt met de barokke, uit zandsteen opgetrokken Sint-Ludgeruskerk, die dateert van rond 1700.


In het centrum staat een auto geparkeerd met een gepersonaliseerde nummerplaat: Cocotine! Zo’n bijzondere plaat kost een lieve cent. ‘Cocotine’ blijkt een merknaam te zijn van eiproducten, maar ik dacht meteen aan een andere financieringsbron.


We komen in de buurt van Berlare langs het Donkmeer, restant van een zeer oude meander van de Schelde, mooi te zien vanuit de lucht (Google Earth). Het Donkmeer is voorzien van de nodige recreatieve voorzieningen.   


In België geen omgekeerde vlaggen van boze boeren, maar wel overal in de weilanden borden met de leuze: RED ONZE BOEREN, en het verzoek om de petitie te tekenen op de website.  


Verder op de route naar Schoonaarde worden enorme buizen de bodem ingewerkt: het aardgasnet wordt uitgebreid! Het gaat om een gasleiding van Zeebrugge naar de Duitse grens, vooral om LNG te exporteren. En is er geen aardgas, dan gebruiken we het toch voor waterstof. De hopen verplaatste grond voor deze werkzaamheden zijn uniform begroeid met bijenbrood en daardoor mooi paars gekleurd.


We zijn terug bij de Schelde en zitten even te dubben of we moeten oversteken met het veer Berlare–Appels of doorrijden naar een brug in Dendermonde. Vriend Jan staat enigszins op een helling en valt uit stilstand om met de fiets. Zijn vroegere keeperstraining zorgt er voor dat hij niet op zijn nieuwe heup valt, maar doorrolt. Omstanders zijn snel ter plekke om hem weer overeind te helpen, gelukkig zonder nadelige gevolgen.


We steken over met het pontje, maar het is stikdruk. We kunnen als laatsten de fietsen op het bootje wurmen. Omdat we door hetzelfde hekje de boot ook weer moeten verlaten, staan wij als eersten op de andere oever. 


Het laatste stuk naar Dendermonde is identiek aan gister, dus daar kunnen we over zwijgen. Maar niet over de prachtige Grote Markt van Dendermonde, waar we op de terrasjes menig avonduur (geen avontuur!) doorbrengen, onze honger stillen en de dorst lessen (in omgekeerde volgorde!). In juli en augustus is de Grote Markt afgesloten voor autoverkeer. Wij zetten onze fietsen midden op het plein en maken een foto met het gotische Stadhuis (Lakenhalle uit de veertiende eeuw), behangen met enorme vlaggen, als decor. Het gebouw is voorzien van een toren met een 49-koppige beiaard, die ieder kwartier een deuntje speelt. Het plein wordt verder omringd door middeleeuwse panden en het vijftiende-eeuwse Vleeshuis, nu museum met de nadruk op de folklore van Dendermonde. Deze folklore draait om twee ‘ommegangen’. De Ros Beiaard Ommegang wordt eens in de tien jaar gehouden (laatste in 2022): een enorm houten paard wordt door de stad gedragen met de vier heemskinderen (kinderen van heer Aymon) op de rug. Marita herinnert zich van de muziekles op de Middelbare School het zeventiende-eeuwse Ros Beiaard lied (waarin de rivaliteit met Aalst mooi tot uiting komt).

 

         ’t Ros Beyaert doet zyn ronde

         In de Stadt van Dendermonde

         Die van Aalst die syn zoo quaet

         Omdat hier ’t Ros Beyaert gaet

 

Dan wordt ook nog jaarlijks de Katuit Ommegang gehouden, waarbij de drie gildereuzen Indiaan, Mars en Goliath hun ronde door de stad doen. We zijn een week te vroeg. Volgende week donderdag (31 augustus) is het weer zover.       

 


[Beeldverhaal]


Gepost: 12 September 2023

 

Knooppunten: Dendermonde, 94, 97, 58, Pontveer, 61, 57, 50, 09, 91, 77, 78, 90, 49, 43, 39, Waasmunster, 35, 86, 82, 79, 73, 72, 66, 69, 74, 76, Pontveer, 77, 87, 88, 89, Dendermonde  (75 km)