WANDELEN: Driemanspolder

De Driemanspolder is, of beter: was een landbouwpolder tussen Zoetermeer, Den Haag (Leidschenveen) en Wilsveen. De Driemanspolder werd in 1668 drooggemalen op initiatief van de drie directiemannen van het Waterschap. Tot 2017 had de polder een agrarische bestemming, sindsdien is het gebied ingericht voor piekberging van water en voor recreatie. Het kreeg de naam Nieuwe Driemanspolder (N3MP).


Ik maakte al eens melding van deze polder tijdens een andere wandeling bij Zoetermeer, want op de ringdijk van de Zoetermeerse Meerpolder kom je de waterinlaat tegen voor deze Nieuwe Driemanspolder (‘Zoetermeermeer’. In: No.10, 2023).


Ik start mijn wandeling op dinsdag, 2 april 2024, bij een groot bowlingcentrum aan de rand van het Westerpark. De route gaat meteen noordelijk richting de ‘highlands’ van Zoetermeer. Tussen de Zoetermeerse Meerpolder en de Nieuwe Driemanspolder ligt het Buytenpark op de puinhopen van naoorlogs sloopafval uit de Haagse regio. Na de VAM-berg van vorige week kan deze afvalberg er ook nog wel bij.


Ik kruis tijdens de beklimming regelmatig MTB paden, maar ik kom slechts één crosser tegen, die de motregen trotseert op deze dinsdagochtend. Op de plaats van de voormalige ‘steenbreker’ staat nu de lange slurf van de gigantische indoorskibaan van SnowWorld, die de wijde omgeving domineert. Kwam ik op eerder genoemde wandeling onder het hoogste punt van de skibaan door (met de wenteltrap van de nooduitgang), nu mag ik SnowWorld van voren bekijken. Een indrukwekkend complex. Ook het naastgelegen Adventure Valley hoort erbij, met allerlei uitdagingen voor klimmers, die niet kunnen skiën. Bij vertrek word je bedankt voor je bezoek: “Ski you later”.


Wat meteen in de vegetatie opvalt is de plotselinge verschijning van het kleine, alom aanwezige hondsdraf met zijn intens paarsblauwe bloemen. Overal schieten jonge scheuten en bladrozetten uit de grond, zoals van kaardenbol (met stekeltjes onderkant blad), Jacobskruiskruid, grote klit en zilverschoon. De eerste pinksterbloemen staan in bloei, evenals vroege exemplaren van smeerwortel, fluitenkruid, look-zonder-look en grote vossenstaart. De zoete kers bloeit volop. Galloway’s – zowel zwartharig als witharig – houden de begroeiing in toom. De kruising van deze twee types leidt tot surrogaat ‘Lakenvelders’, Galloway’s met een witte band over buik en rug. 


Op een fietspad staat ‘M.C.Escherpad’ op het asfalt geschilderd. Een informatiebord vertelt dat de boerderij naast het pad, met ingang aan de Voorweg, tot 1954 eigendom was van de graficus (1898–1972).


Ik bereik de grasdijk van de Nieuwe Driemanspolder. Op Google Maps is het nog steeds een nette landbouwpolder, maar het gebied is toch echt gemuteerd in een zeer grote waterplas met een aantal wandelpaden over oude tussendijken en eilandjes. Later op de dag kom ik een waterpeilpunt tegen. Daar blijkt dat de bodem van de polder op 5,90 meter onder NAP ligt, dat bij laagpeil het waterniveau op –4,90 meter staat, bij hoogpeil (zoals momenteel) op –4,50 meter en bij piekpeil op –3,40 meter. In het laatste geval zijn de wandelpaden niet meer begaanbaar, maar wel de fietspaden rond de polder. En mochten alle zeedijken en duinen nog eens bezwijken, dan komt het water nog eens drieënhalve meter hoger te staan.


Op de oevers momenteel een overvloed aan de gele bloeiwijzen van klein hoefblad, deels al pluizend in de wind, deels vergezeld van jonge bladeren.


Ik zie knobbelzwanen, meerkoeten, waterhoentjes, futen, wilde eenden, kluten, slobeenden, kuifeenden, krakeenden, bergeenden, grauwe ganzen en Canadese ganzen. Een enkele opvliegende tafeleend krijg ik nog net in beeld. En een dobberende zomertaling. Op de stroken en eilandjes die boven water uitsteken foerageren scholeksters en kieviten. De water- en weidevogels vormen koppeltjes nu het broedseizoen voor de deur staat. Kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen hokken nog bij mekaar.


Vanaf het dijkje dat midden door de waterplas loopt is er mooi zicht op de molendriegang van Stompwijk, die de polder voorheen droog hield door overtollig water in drie sprongetjes over te hevelen naar de ringvaart (Stompwijksevaart). Tegenwoordig heeft het elektrisch gemaal Driemanspolder die taak grotendeels overgenomen (met name als er geen wind staat!).


Dan ook nog enig teken van leven van ‘Sapiens’ in de normaliter zo drukke Randstad. In buurtschap Wilsveen word ik gepasseerd door een groep hardlopers, begeleid zowel aan de voorkant als aan de achterkant door een BHVer op de fiets.


Bij dit buurtschap liggen meerdere droge stroken in de waterplas waar je mooi kunt wandelen en vogels observeren. Bij de vogelkijkhut liggen oude boomstronken in het water, waar kokmeeuwen hun zinnen op hebben gezet om te nestelen. Langs het pad naar deze hut zit een Canadese gans al ongegeneerd te broeden. Het aantal Canadese ganzen is trouwens aanzienlijk en dat leidt tot een continu trompetgeschal.


Een kleine schuwe zilverreiger (zwarte snavel, gele voeten onder zwarte poten) heeft geen behoefte om door mij op de foto te worden gezet en blijft op veilige afstand door zich steeds een eindje te verplaatsen.


Wel krijg ik hier een koppeltje grutto’s mooi in beeld, en even later zelfs een flinke groep grutto’s, die nog in het groepsverband zitten van de lange trektocht uit warmere streken. Ze moeten waarschijnlijk nog door naar Friesland!  


Op de grasdijken langs de Haagse wijk Leidschenveen paraderen fazanten en vliegen een tweetal patrijzen op uit het hoge gras. Hier staat het infobord ‘Watermachine’ met het waterpeilpunt, dat uitleg geeft over de bergingscapaciteit van de Nieuwe Driemanspolder, zoals boven vermeld.

De laatste dijk door de waterplas laat wat meer begroeiing zien van lisdodde, gele lis, harig wilgenroosje en zelfs barbarakruid. Twee koppeltjes eenden blijken krooneenden te zijn. Die had ik tot op heden alleen in gevangenschap gezien.


Ik verlaat de polder via de prachtige driehonderd meter lange Burgemeester Waaijerbrug over de Zoetermeerse Rijweg en wandel vervolgens het Westerpark in. Veel opslag van Spaanse aak met de eerste tekenen van bloei. Een buitje barst los en de schapen van een kleine schaapskooi schuilen onder het te kleine afdakje (ik pas er niet meer bij).


In het Westerpark ligt de Natuurtuin Zoetermeer, een pareltje van twee hectare, zeker in het voorjaar. De tuin staat vol met slanke sleutelbloem, dotterbloem, zomerklokje, pinksterbloem en een enkele kievitsbloem. Een gaspeldoorn staat nog deels in bloei. Heermoes is de aparte generatieve fase al gepasseerd. Langs het water een bosschage van gagel. Een manke fazant hoort bij de inventaris. Er zijn stukjes griend, waarvan met regelmaat de wilgentenen worden geoogst. Vlonderpaden leiden je over de nattere delen. Twee watermolentjes reguleren de waterstand. Ze doen me denken aan het bekende Bosman watermolentje.


Primeur voor mij is de prachtschubwortel met zijn paarse bloemen net boven de grond. Het is een obligate parasiet die hier waarschijnlijk parasiteert op de griendwilgen. In het voorjaar zitten de houtvaten van de wilgen vol voedingsstoffen waarmee de prachtschubwortel zijn groei en bloei ‘financiert’. De plant komt van nature niet voor in Nederland, maar is wel aangeplant in parken en tuinen. De kans dat de parasiet op den duur verwildert is dus aanwezig.


Samenvattend was dit één van de mooiste tochten uit mij gehele wandelcarrière, ondanks de motregen!

                                                                                                                                                                                                   

[Beeldverhaal]


Gepost: 12 April 2024

 

Mooisteroutes.nl: Zoetwater – berg je! (14 km)