Wandelen, Fietsen, Selfies
FIETSEN: Vlieland 2
Paas zaterdag, 19 april, neemt Marita rust en ik fiets naar Het Posthuys, om vandaar een wandeling te maken rond de Kroon’s Polders en bosgebied Bomenland. Het is opkomend tij en ik zie op de fiets enkele lepelaars stofzuigen in het ondiepe water. De resterende slikken en zandbanken zien wit van de watervogels, vooral meeuwen.
Bij Het Posthuys ook een uitzichtpunt over het Posthuiswad. Naast twee hefboomhekken liggen twee keien met kettingen eromheen om als contragewicht te kunnen dienen. Ze krijgen blijkbaar even rust na gedane arbeid of moeten hun versleten voorouders vervangen.
Bijzonder is dat ik, nog maar net op pad, minutenlang kan genieten van het hele repertoire van een nachtegaal, maar ik krijg hem niet te zien. Wel zie ik van dichtbij een witte kwikstaart op een tak aandachtig meeluisteren naar dit prachtige concert.
De Kroon’s Polders zijn aangelegd omdat Vlieland hier op het smalste punt in tweeën dreigde te breken bij een flinke storm. De polders bleken ongeschikt voor landbouw en zijn teruggegeven aan de natuur. Ik loop door de tweehonderdvijftig meter lange pijp naar de vogelkijkhut, maar dichtbij zitten geen nieuwe elementen; en indien die er wel zijn, zitten ze te ver weg. Een massieve houten picknickbank karakteriseert het gebied met de tekst: ‘Rust voor vogels. Ruimte voor mensen’.
De duindoorn begint te bloeien, maar heeft ook regelmatig enkele takken ingepakt in een pakketje spinsel, een overwinteringsplek van rupsen van de bastaardsatijnvlinder. Enkele harige rupsen durven de beschutting al te verlaten, maar er is nog niet zo veel te eten.
Enkele vlindertjes vragen om mijn aandacht: hooibeestje, kleine vuurvlinder, klein geaderd witje, citroenvlinder, dagpauwoog en atalanta. Langs de jonge kwelderrand groeit heel veel eikvaren.
Ik passeer de KLU basis (Koninklijke Luchtmacht) met het Regiment Witte Muizen, dat het westelijke deel van Vlieland – de Vliehors of beter: Vlieghors – gebruikt voor vliegoefeningen en schoten op doel. Een precisieaanval op de tjiftjaf zou mij welgevallig zijn.
Via het Reddingsbootpad bereik ik het strand met de kraamkamer van nieuwe duinen. Hier groeien pollen van het biestarwegras op zout water en verzamelen zo op het strand stuifzand voor een embryonaal duintje. In een later stadium neemt helmgras de functie van zandbinder over, waar zoetwater binnen bereik van haar wortelstelsel ligt.
Voor de kust vaart een enorm containerschip, het lijkt wel de skyline van een stad aan de andere kant van het water. Op een van de strekdammen rust een eidereendwoerd uit. Ik neem een foto van deze eenling. Pas thuis zie ik op mijn PC-scherm dat hij helemaal niet alleen is. Een eidereendeend ligt vlak naast hem, maar heeft blijkbaar een geweldige schutkleur tussen de keien van de strekdam.
Ik zie slechts twee drieteenstrandlopers langs de branding. De meeste zijn waarschijnlijk al vertrokken naar de noordelijke broedgebieden.
De wandeling door Bomenland voegt niet zo veel toe. Wel een prachtig uitzichtpunt over de broedkolonies van meeuwen in de duinen. Zonder bloemen en vruchtjes is het voor mij ondoenlijk om onderscheid te maken tussen grote veenbes (cranberry), dopheide, bosbes, kraaiheide en aanverwante artikelen. Naast het bodemdek van kamperfoelie, heel veel rendiermos op de meer open plekken en populaties eikvaren. Regelmatig een Drents krentenboompje in volle bloei.
Op Paaszondag maken we samen een fietstochtje van vijftien kilometer over de oostzijde van het eiland. Bij de haven staat de berm vol bloeiende gaspeldoornstruiken, maar ook de brem begint her en der voorzichtig te bloeien. Bij strandtent Het Badhuys een korte wandeling op het strand. We volgen de bandensporen van de twee bussen Vliehors Expres, die liefhebbers naar het Reddingshuisje op de westpunt van het eiland brengen (en weer terug).
Net als zeven jaar geleden drukken de achterbanden van de bussen korte dichtregels in het zand in eindeloze slierten. Nu dus vier verschillende spreuken, uitverkoren uit een groot aantal inzendingen bij de jaarlijkse prijsvraag.
Ik noteer de leukste, die in het Fries is gesteld: ‘In moaie, rûne skulp fertelt my in ferhaal. De see flústert yn myn ear in berjocht yn eltse taal’ (‘Een mooie, ronde schelp vertelt mij een verhaal. De zee fluistert in mijn oor een bericht in elke taal’).
Terug door het bos ziet Marita met haar scherpe ogen een bijna bloeiende brunel in de berm staan. Bij de Kooisplek een prachtig uitzichtpunt over plassen in natte heide. Witte winterpostelein bloeit tegen, een reigersbek op en look-zonder-look achter het afscheidingsmuurtje. Dat laatste is goed nieuws voor de koolwitjes. Een eenzame lepelaar houdt zich op tussen het gepeupel van eenden en ganzen, waaronder kuifeenden en ook slobeenden. We horen een wulp jodelen.
Vlakbij het dorp nog een groepje landgeiten in de duinen. Toch zijn het er lang niet genoeg om al die kamperfoelie een beetje in toom te houden, als ze dat blad al lusten.
Tijdens de terugreis op Paasmaandag regent het flink op het vasteland. Thuisgekomen werk ik ‘Peter’s Zeurkalender 2025’ even bij tot maandag, 21 april (Tweede Paasdag). Het laatste plaatje toont een stelletje in de regen onder een paraplu. En wat zegt de een tegen de ander? “Volgend jaar Pasen gaan we gewoon weer naar Vlieland.”
Gepost: 10 Mei 2025
Eiland rondfietsen (60 km) en korte wandelingen (15 km)