Wandelen, Fietsen, Selfies
FIETSEN: Vlieland 1
Ons eerste bezoek in gezinsverband aan Vlieland vond plaats in januari 2018. Twee nachten, dus heel kort, maar wel voldoende om Vlieland even kort maar krachtig te karakteriseren (‘Vlieland in ’t kort’. In: Dreamgirls, 2018) en door een lange wandeling een eerste indruk van het eiland te krijgen (‘Vlieland over de lengte’. In: Dreamgirls, 2018). Dat laatste verhaaltje eindigt met de wens: “Tot ziens, Vlieland”.
En dat is nu, Pasen 2025, een lang weekend van Witte Donderdag, 17 april, tot Tweede Paasdag, 21 april. Alleen met Marita, zonder de dochters, want die zitten op grote ‘afstand’; de één voor werk in Pakistan, de ander in de hottub van het luxe alternatief van de schoonfamilie in de Ardennen.
Het is wel enigszins ‘de blinde geleidt de lamme’. Marita heeft sinds de Fjoertoer op Terschelling een paar weken geleden lage rugpijn. Ik heb pap in de benen door een opkomende verkoudheid. Fietsen gaat beter dan wandelen. Als we op het eind de balans opmaken hebben we verspreid over drie dagen zestig kilometer gefietst en vijftien kilometer gewandeld.
Op Goede Vrijdag maken we een fietstocht van vijfentwintig kilometer over het eiland, van Oost-Vlieland langs de waddenkant naar horeca Het Posthuys en door de duinen achter de zeereep weer terug.
Willem de Vlamingh (1640–1698), ontdekkingsreiziger voor de VOC, staat nog altijd stoer op zijn voetstuk en houdt een oogje in het zeil bij de renovatie van de Veerkade. De waddendijk bij het dorp is recentelijk verhoogd en versterkt en nog onbegroeid. De voltooiing lijkt gevierd te zijn met een standbeeld van de zeearend. De hotels en andere gastenverblijven in de Dorpsstraat moeten steeds ophogen om nog iets van de wadden te kunnen zien.
Het is hoogwater. Langs de dijk zwemmen nog volop groepjes rotganzen. Grote aantallen overwinteren in de Waddenzee voor ze terugvliegen naar hun noordelijke broedgebieden.
Het Westerseveld en de kuststrook bij bosgebied Lange Paal zijn plekken waar wadvogels komen uitbuiken tijdens hoogwater. Ook hier veel rotganzen, maar ook grote groepen scholeksters, koppeltjes bergeenden en…. veel eidereenden. Tijdens ons eerste bezoek in 2018 maakte ik een foto van één mij onbekende eend; het bleek een wijfje eidereend te zijn. Hier en nu zitten grote gemengde groepen eidereendeenden en eidereendwoerden gezellig bij elkaar. En de eenden zijn kleurloos – ‘excusez le mot’ – naast de zeer opvallende woerden: zwart-wit gekleurd met een groene vlek op het achterhoofd en een rozige borst. De Waddenzee vormt inmiddels de zuidgrens van het broedgebied. Het eerste genoteerde broedgeval was in 1906 op Vlieland!
We houden ook de plantjes in de gaten, maar door het temperatuurverschil met het vasteland moet het voorjaar hier nog echt losbarsten. Engels gras, meerdere soorten wolfsmelk, akkerhoornbloem en heermoes staan in bloei in de bermen.
In bosgebied Lange Paal maken we een korte wandeling. Rendiermos bedekt de bodem, zeedennen met hun enorme kegels staan op de hogere droogste plekken, de zwarte dennen hebben iets meer vocht nodig. Kruipwilg en boswilg staan volop in de katjes.
Koppeltjes grauwe ganzen zwemmen al rond met kuikens. Nijlganzen en bergeenden zijn nog niet zo ver. Op een foto van bergeenden en eidereenden zie ik thuis pas dat zich te midden van hen ook een woerd van de middelste zaagbek schuil houdt. Het verkeersbord langs de Postweg ‘Let op! Eendentrek’ is vooral op de bergeend gericht, want die moet na het broeden in een leeg, gekraakt konijnenhol de weg oversteken met haar kuikens op weg naar het water.
Vlieland is een eiland van geiten en van geitenblad (kamperfoelie). We zien enkele groepjes landgeiten, maar ik heb nog nooit zo veel kamperfoelie gezien. Hele bosbodems bestaan uit weinig anders.
Enkele landgeiten lijken losgebroken uit een omheining, maar ze worden in toom gehouden door een Virtueel Raster. Blijkbaar kan met een apparaatje een gebiedje onzichtbaar worden afgezet. Komt de landgeit in de buurt van de ‘omheining’, dan krijgt hij (via zijn koptelefoon?) een geluid te horen, dat steeds harder wordt en dat bij het bereiken van de grens overgaat in een elektrische prikkel net als schrikdraad.
We nemen even pauze bij een hefboomhek met een grote kei. Op het hout groeit gewoon schild(korst)mos. In het weiland achter het hek foerageren brandganzen, die ook binnenkort weer gaan vertrekken.
Bij ‘Bol van Dooie’ – een kleine begraafplaats ver van het dorp, om zeelieden te begraven, die waren overleden aan de pest – een uitzichtpunt over het Posthuiswad.
Bij Het Posthuys slaan we af naar de zeekust via het Pad van Zes (bij de zesde strekdam). Op het hoogste punt van de strandovergang bloeit notabene klein hoefblad tussen het helmgras. En niet eentje, maar een heleboel. Hoe die hier hun dorst lessen is me een raadsel.
Even de zeewind door de haren en de voeten in het zand. Op enige afstand een boortoren voor de kust. Er zullen nog wel meer bijkomen, want onze minister van Klimaat en Groene Groei heeft net een convenant getekend met de aardgassector om meer Noordzeegas op te pompen (Volkskrant, 24 april). En dat is natuurlijk ‘goed’ voor het klimaat, want het vervangt vloeibaar gas (LNG), dat van ver moet komen en dat bovendien de oorlogskas van Trump spekt.
De terugtocht gaat over schelpenpaden door de duinen achter de zeereep, waar zich enorme broedkolonies van meeuwen bevinden. Enkele grauwe ganzen lopen in de duinen te dwalen met hun kuikens. Het duinviooltje geeft kleur aan de bodem.
Aan de voet van de vuurtoren ‘Licht van Vlieland’ ligt het Bokkendal, belangrijk voor de watervoorziening van Vlieland. Een zoetwaterbel drijft hier op het diepere zoute water en wordt opgepompt voor drinkwater.
Ik besluit een lang verhaal toch op dit punt in tweeën te knippen, vooral vanwege het grote aantal mooie foto’s. ‘Vlieland 2’ volgt.
Gepost: 5 Mei 2025
Eiland rondfietsen (60 km) en korte wandelingen (15 km)