WANDELEN: Reindersmeer
Het Reindersmeer is een integraal onderdeel geworden van het Nationaal Park (NP) Maasduinen in Noord-Limburg. Het NP is zo’n vijfentwintig kilometer lang (Afferden–Arcen) en maar een paar kilometer breed, ingeklemd tussen de Maas en de Duitse grens. ‘Maasduinen’ is de langste en meest intacte rivierduingordel van West-Europa en als zodanig van groot landschappelijk belang. Op de fiets heb ik jaren geleden het gebied wel eens verkend (‘Maasduinen Noord’ & ‘Maasduinen Zuid’. In: Tjiftjaffen, 2014).
Gelukkig is de winning van zand en grind beperkt gebleven tot het Reindersmeer, dat nu ongeveer halverwege het park is gelegen (bij Well). Een wandeling rond het Reindersmeer heeft vast wel weer leuke verrassingen in petto.
Ik start op donderdag, 1 september 2022, bij het Bezoekerscentrum, dat over de sluis tussen Reindersmeer en Leukermeer is gebouwd, inclusief Bosbrasserie ‘In de Sluis’. Het Leukermeer staat in open verbinding met de Maas. Het Reindersmeer is van de Maas afgesloten. Het heeft prachtig helder blauw water. Dit komt omdat het voedselarm en zuur is, zodat er weinig plantenresten in voorkomen.
In het hokje, waar de sluiswachter tussen 1971 en 2001 de dik twintigduizend zandboten heeft zitten turven, kun je nu een ijsje kopen.
Rondom het meer staan vele informatieborden over het bijzondere landschap, de flora en de fauna. Speciaal genoemd worden de knoflookpad en de blauwvleugelsprinkhaan. Ik neem enkele bladeren van varens mee om thuis te oefenen met de determinatie: een eikvaren (er zijn meerdere eikvarens), een mannetjesvaren (er zijn meerdere mannetjes) en de adelaarsvaren (er is gelukkig maar één adelaar). Verder slaat de droogte overal toe en is er nog maar weinig bloei te bewonderen. Tal van planten zijn druk bezig hun zaden zo snel mogelijk te verspreiden: teunisbloem, vingerhoedskruid, soorten fijnstraal en kruiskruid. Het is opvallend hoe slecht de lijsterbes er aan toe is: verdroogde bladeren en bessen. De Amerikanen zijn veel toleranter (Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik).
Op een klein strandje wel een leuke plantengemeenschap, met zwart tandzaad, grote wederik in vrucht, wolfspoot en kruipende waternavel.
Vennetjes zijn ingedroogd. Opvallend zijn de haarden van een mooi wuivend gras dat duinriet blijkt te zijn, een plant die sterk profiteert van stikstofdepositie en vergrassing van duingebieden veroorzaakt. Hierdoor verdwijnen andere planten.
De route verlaat voor even de oever van het Reindersmeer, over de Bergerheide in de richting van de Duitse grens. In een bomenlaantje klopt een grote bonte specht driftig op de stam op zoek naar ‘ongedierte’. Zó wandel ik door heide met pijpenstro, dan weer door pijpenstro met heide. De vergrassing van de heidevelden is een groot probleem. De schapen van de Bergense schaapskooi zouden daar paal en perk aan moeten stellen, maar het is onbegonnen werk
Een drietal torenvalken is op jacht boven de grote open vlakte rond de schaapskooi. Ze duiken regelmatig naar beneden voor een hapje of voor noppes. Op deze open vlakte liggen akkerstroken die momenteel gedomineerd worden door uitgebloeide teunisbloem. De schaapskooi is leeg, de auto van de herder staat wel geparkeerd. De kudde is blijkbaar op stap naar weiden die graziger zijn dan akkers met uitgebloeide teunisbloem.
Door bos – een ree schiet vlakbij weg – bereik ik de grens met Duitsland en zie enkele vliegtuigen opstijgen en landen op vliegveld Weeze. Middelgrote dennenappels op de grond duiden op enkele enorme bomen van de zwarte den. De kleinste maat dennenappel behoort toe aan de grove den, de grootste maat aan de zeeden.
Op nog geen honderd meter van de grens is een plek gemarkeerd ter herinnering aan het volkslogement van Jan den Duvel, geboren Jan Janssen (1839–1916). Tijdens het verorberen van mijn lunchpakket aan de picknicktafel verdiep ik me een moment in deze figuur. Zwerver Jan uit Groesbeek kreeg het meermalen op jonge leeftijd aan de stok met justitie. Hij kon in de rechtbank behoorlijk tekeergaan – ‘Jan den Duvel’ volgens de rechter – als hij meende dat hem onrecht werd aangedaan. Hij werd in 1885 min of meer verbannen naar deze plek in het bos bij grenspaal 518, waar hij samen met zijn vrouw ‘Teun den Engel’ zwervers, smokkelaars en landlopers goedkoop onderdak bood in zijn eenvoudige herberg. ‘Ik woon hier aan de weg, wat kan ik beter wenschen, dan zegen van den Heer, en nering van de menschen.’ Al met al een kleurrijke regionale figuur, onderwerp van een revue en een boek.
Bij horeca De Wellsche Hut is een officiële grensovergang, maar ik heb geen behoefte om voet op vreemde bodem te zetten. Ik zet weer koers richting het Reindersmeer.
De enorme droogte doet je onwillekeurig denken aan het gevaar van bos- en heidebranden. Sta dan ook verbaasd te kijken als op een bospad een lang spoor lijkt uitgezet van geplette peuken (met filter) van Camel sigaretten. Ik kan niet bedenken hoe en waarom die hier in zo grote getale terecht zijn gekomen. In het gebied met de naam Wolfsven kom ik langs een kwekerij van voetbalvelden, zo glad en zo groen als een biljartlaken.
Aangekomen bij het Reindersmeer besluit ik een extra lus langs de oostelijke oever te maken om aan de ‘vereiste’ kilometers te komen. Bij een zandvlakte zie ik af en toe blauwe-vleugel-flitsen om me heen. Het zal toch niet de blauwvleugelsprinkhaan zijn? Jawel, en niet eentje, maar een hele groep. Zitten ze stil in het zand dan is er niet zo veel te zien. Maar springt de sprinkhaan op, dan zie je zijn prachtige helderblauwe achtervleugels waarmee hij ver kan zweven. Ik probeer een exemplaar te vangen met mijn broodtrommeltje, maar ze zijn me steeds te slim af. Geen foto dus van de blauwe vleugels, wel van de sprinkhaan in ruste. Je ziet dan wel wat blauw aan de dijen van de poten.
Langs de zuidelijke oever wandel ik terug naar het Bezoekerscentrum. Op een open plek een opvallende populatie van de karmozijnbes, en langs een stuk wandelpad staat het plantje ijzerhard volop in bloei, al zijn de lila bloemetjes zeer klein. De ruwe, taaie stengels doen de naam ijzerhard eer aan.
Een vogelkijkhut is aangelegd op flinke afstand van de oever tussen ruige begroeiing. De hut is dus niet alleen gericht op watervogels, maar ook op landvogels.
Op het smalste deel van het Reindersmeer kun je oversteken met een trekpontje, maar van deze zelfbediening ‘shortcut’ heb ik geen gebruik hoeven maken.
Het terras van het Bezoekerscentrum verschaft even ontspanning na een wandeling van slechts vijftien kilometer, die toch pittig was vanwege het vele rulle zand op de oevers van het meer.
[Beeldverhaal: https://www.jansiemonsma.nl/453212559]
Gepost: 14 September 2022
Mooisteroutes.nl: Rondom het Reindersmeer (12 + 4 km)
Meest recente reacties
Nu America werd opgericht door mensen die niet naar het echte America wilden emigreren.
Het bijzondere van het Molukse kamp dat het allemaal moslims waren.
Van het Molukse Kamp wist ik niet, maar het verbaast me niet, want die zijn in alle uithoeken van Nederland neergepoot.
Hoi Dirk,
Ja , ik heb Ny Amerika wel op een wegwijzer zien staan, maar heb nergens kunnen vinden waarom dit buurtschap naar Amerika is vernoemd.