Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Beerze
Tijdens dagtochten in de Brabantse Kempen kwam ik enkele malen de beek Beerze tegen. Voor het eerst tijdens een fietstocht in 2021 door landgoed Baest, net ten noorden van de ‘drie beerzen’ (dorpen Westel-, Middel- en Oostelbeers), die naar de beek zijn vernoemd. De Beerze sensu stricto begint in dit landgoed na het samenvloeien van de Groote en de Kleine Beerze (‘Campina’. In: Paradijs, 2021). Recenter kwam ik de Beerze tegen, wandelend aan de zuidkant van natuurgebied Kampina (‘Kampina’. In: Volgend jaar Pasen…, 2025).
De Groote Beerze ontspringt in het Nederlands-Belgische grensgebied als Aa of Goorloop. In die hoedanigheid kwam ik hem ook al eens tegen (‘Zaligheid Reusel’. In: Dreamgirls, 2018). De Kleine Beerze ontspringt iets oostelijker bij Duizel en voegt zich in landgoed Baest bij de Groote Beerze. Vervolgens stroomt de beek langs dorp Spoordonk en door natuurgebied Kampina om bij Boxtel uit te monden in de Dommel.
Ik bekijk de beek wat nader op woensdag, 24 september 2025, startend in Spoordonk onder de rook van Oirschot. Een donk is een hoogte in het moeras en ‘spoor’ zou verwijzen naar sporkehout, dus daar ga ik even speciaal op letten.
De Bernadettekerk was ooit een bedevaartsoord voor Bernadette Soubirous (van Lourdes), maar is in 2018 aan de eredienst onttrokken. Er is alleen een dagkapel gespaard, de rest doet dienst als Dorpshuis ’t Hart van Spoordonk.
Vlak langs het dorp stroomt de Beerze middels een kleine ‘bypass’ door de voormalige Spoordonkse Watermolen, ooit een dubbelslagmolen voor olie en graan. Op het gebouw de reclameleus ‘Wyers Oude Jenever’, een verdwenen neutje.
Bij de brug over de beek staat een zwaluwhotel. Naast de voorgekauwde nesten is plek opengelaten voor eigen ontwerp, maar geen enkele zwaluw heeft die moeite genomen.
De vistrap van achttien dammetjes stroomafwaarts van de watermolen staat zo goed als droog. Alleen vliegende vissen maken hier een kans. De spartelende karper in de plas tussen twee dammetjes is die kunst niet machtig. Schaatsenrijders vermaken zich wel prima op het stilstaande water.
Parallel aan de gekanaliseerde delen van de beek is op steeds meer plaatsen de oorspronkelijke meanderende loop in ere hersteld.
Hier en daar een bloeiende reuzenbalsemien op de oever, maar het is gelukkig niets vergeleken met de invasie van deze plant op de oevers van Belgische waterwegen zoals Schelde en Nete (‘Netevallei’. In: Volgend jaar Pasen…, 2025).
Wel opvallend zijn de talrijke espen ofwel ratelpopulieren, die het mooiste ‘ratelen’ van alle populieren door hun kleine bijna ronde blaadjes op lange stelen.
Vanuit een krakkemikkige schuilhut zicht op de Viermannekesbrug over de beek. De brug werd in het verleden nog al eens weggeslagen door hoogwater. Het volksverhaal vertelt dat ooit vier mannetjesputters in de beek gingen staan met een balk over hun rug, zodat de koning droog kon oversteken. Op de brug liggen een flink aantal nieuwe aardappelen, van een tractorkar gerold door een hobbel in het brugdek.
In het dal van de Beerze is langs de Logtse Baan een retentiebekken van bijna twee vierkante kilometer gerealiseerd om water langer vast te houden en wateroverlast benedenstrooms te voorkomen. Afgezien van een aantal poelen staat het gebied droog. Maar waar nog wel wat water staat tiert de invasieve grote waternavel welig.
Langs de Logtse Baan staat een tankwagen met een slurf in een waterput gestoken. Is het slikken of spuiten? Na het lezen van een recente noodkreet van Natuurmonumenten over het gebied – ‘Brabantse levensaders vallen droog; noodtoestand voor grondwater’ – vermoed ik dat de wagen grondwater aan het aanvullen is. Onbegonnen werk, natuurlijk!
Terwijl de Beerze zo goed en zo kwaad als het gaat door de Logtse Velden stroomt, word ik vakkundig via eikenlaantjes door de buitenste rand van het gebied geleid. 2025 is een geweldig eikeljaar. Maar dat wisten we al sinds januari toen Trump opnieuw het Witte Huis betrok. Overigens treft onderweg zo’n eikel me keihard op de fontanel. De wraak van Trump?
Dooie bomen zijn regelmatig dicht behangen met hopbellen. Koninginnekruid en grote wederik zijn inmiddels uitgebloeid. Knoopkruid, wilde cichorei, duizendblad, boerenwormkruid en vlasbekje houden nog wel even vol. Parasolzwammen kondigen het seizoen van de paddenstoelen aan. En ik zie weer eens ‘twee zwammen op een dooie berk’ (‘Strabrechtse Heide’. In: Volgend jaar Pasen…, 2025). Het Winkelsven ligt verscholen achter een bosrand, maar is in elk geval niet opgedroogd.
Ik kruis de stuwen in de Beerze en de Heiloop tussen de Logtse Velden en de Smalbroeken. In de Smalbroeken liggen unieke blauwgraslanden dankzij kalkrijke kwel. De Heiloop is een lateraal kanaaltje, ooit gegraven om de landbouwgronden wateroverlast te besparen. Maar nu verhindert de Heiloop de toevoer van kwelwater naar de Smalbroeken en is daarom ondieper gemaakt. Het kanaaltje staat in elk geval momenteel volledig droog; al het beschikbare water komt ten goede aan de Beerze.
Het Banisveld is inmiddels aan de landbouw onttrokken. Vanaf de uitkijktoren ‘Tour de Frans’ (een eerbetoon aan boswachter Frans), aangelegd op een voormalige vuilstort, zicht op een schaapskudde in de verte. Ook Blonde d’Aquitaine runderen helpen bij de begrazing.
Ik verlaat het dal van de Beerze en volg een zijtak, de Koevertscheloop. Er drijft wat eendenkroos op het water, maar de kleur van het water voorspelt niet veel goeds.
Veel boerderijen hebben hier namen, zoals de ‘Oetendonken’, gelegen in een klein gehucht met dezelfde naam. Er zijn aanwijzingen dat deze naam de oorsprong is van de carnavalsnaam ‘Oeteldonk’ van ’s-Hertogenbosch.
Langs de doorgaande weg een bijzondere herdenkingsplek voor de 16-jarige Italiaanse marskramer Giovanni Castione, die voor zijn baas prenten aan de man probeerde te brengen. Blijkbaar met succes, want hij liet een andere marskramer zijn flinke opbrengst zien. Dat kwam hem duur te staan, want op weg naar Boxtel werd hij in juni 1838 op deze plek door zijn metgezel vermoord. De dader werd spoedig gepakt en na een gedegen rechtsgang publiekelijk opgehangen in Arnhem (‘De moord bij Rusthoek’).
Je zou denken dat de nabestaanden van Castione uit het dorp Premosello in de Italiaanse Alpen destijds wel op de hoogte zouden zijn gebracht van Giovanni’s wel en wee. Er hangt echter een bordje met de tekst: ‘1838–2018. Na 180 jaar hebben we je teruggevonden. Je familie’. Behalve het kruis loopt er een ‘Castionepad’ door het stukje bos en er staat een ‘Castione-Bènkske’. In diepe rouw verorber ik mijn lunch op dit bankje.
De terugweg loopt langs landbouwgebied en enkele kleine buurtschappen. Ik fotografeer nog een lampenpoetsergras (Cenchrus), een bloemrijk perkje met vooral cosmea (Cosmos) en een klein bloeiend plantje van zegekruid (Nicandra).
In buurtschap Pandgat stuit ik op een klein driehoekig perceel met bomen, waar wegen uit drie richtingen op elkaar aansluiten. De routebeschrijving spreekt van een Frankische Driehoek, maar dat is te veel eer voor deze piepkleine brink.
Een groep ooievaars vliegt hoog over, misschien een voorbode van de vogeltrek. Enkele kilometers voor het eind van deze route wijzen bordjes van de Boskapel Heilige Eik me de weg, maar de route buigt af naar Spoordonk zonder mij de kapel te laten zien.
Dat laat ik er niet bij zitten, want als op grote afstand al naar de kapel wordt verwezen moet het iets bijzonders zijn. De kapel ligt langs de Beerze aan de rand van landgoed Baest. Volgende week dus een wandeling in landgoed Baest.
Teruglezend constateer ik dat Spoordonk zijn naam geen eer aandoet; ik heb geen sporkehout gezien.
Gepost: 12 Oktober 2025
WandelZoekpagina: Op pad in het beekdal van de Beerze (20 km)