WANDELEN: Fochteloërberg

Het Fochteloërveen is een beschermd natuurgebied van vijfentwintig vierkante kilometer op de grens van Friesland en Drenthe. Dat het bewaard is gebleven dankt het misschien wel aan de geïsoleerde ligging op de provinciegrens. Het is een van de weinige veengebieden in Nederland waar nog een kleine kern van levend hoogveen aanwezig is.


Dik tien jaar geleden maakte ik een lijnwandeling door het zuidelijke deel van het Fochteloërveen, van Appelscha naar Bovensmilde (‘Fochteloërveen’. In: Tjiftjaffen, 2014).


Op maandag, 8 september 2025, maak ik gebruik van een kort verblijf in Drenthe om een rondwandeling in het noordelijke deel te maken.


Ik heb een scheidrechtersfluitje in mijn broekzak, want daar schijn je niet alleen voetballers, maar ook wolven mee de stuipen op het lijf te kunnen jagen. Het Fochteloërveen maakt deel uit van het territorium van een roedel sinds 2022.


Start in Friesland op de parkeerplaats van vakantiepark Het Goudmeer in buurtschap Weper in Oosterwolde. Grote aantallen koeien grazen en herkauwen in de weilanden van de Weperpolder.

Ik krijg spoedig zicht op de Weperbult,  door mij eufemistisch Fochteloërberg genoemd, zodat het beter past bij het Fochteloërveen, het doel van deze wandeling.


De Weperbult is een vuilstort die sinds het begin van dit millennium is afgedekt met folie en grond, inmiddels flink begroeid. De bult produceert nog methaangas dat wordt afgevangen en omgezet in bruikbaar aardgas.


Langs het slingerende bergpad zijn vooral opvallend de grote aantallen van de oosterse morgenster (met kelkslippen die korter zijn dan de lintbloemen). Sleedoornstruiken hangen vol blauwe bessen. Ik passeer een groepje heren, die bezig zijn hun jonge honden af te richten voor de jacht. Ze hebben nog een lange weg te gaan, want de honden willen mij pakken en ik ben wel wild, maar geen wild.


Op het hoogste en droogste punt van de ‘berg’ staat het kunstwerk ‘Útsjochpunt’. Een vis als windvaan bovenop de ribben van een verpulvermachine. Hopelijk komen hier nooit vissen te zwemmen, want  dan is het goed mis! 


In een stuk bos bij het dorp Fochteloo liggen restanten van twee werkkampen, Kamp Ybenheer (Ybe’s weer) en Kamp Oranje. Werk genoeg om het veen te ontginnen. Hier werden tijdens de oorlogsjaren dwangarbeiders tewerkgesteld. Een monument gedenkt de periode dat er Joodse mannen werden ondergebracht, die na een kort verblijf naar Duitsland werden afgevoerd. Na de oorlog werden er NSB’ers vastgezet en in de vijftiger jaren werden het Molukse woonoorden tot 1966. In het bos staat nog een vlaggenmast voor de Molukse vlag en de Nederlandse driekleur.      


De ontginning is uiteraard volledig stopgezet, boeren werden onteigend en het resterende Fochteloërveen kreeg een beschermde status. Ik wandel kilometers op mooie paden langs de moerassen.


Op de oevers van sloten en open water groeien en bloeien veenwortel, moerasrolklaver, zwart tandzaad en wolfspoot (voel even of het fluitje nog in mijn broekzak zit!). Heel veel kleine plantjes van de stijve ogentroost, een halfparasiet op grassen. Een bijna droge sloot is volledig bedekt met bloeiende kikkerbeet.   


In plaats van een aangekondigd, maar nergens te bekennen infopunt van Staatsbosbeheer, loop ik tegen een ‘natuurtoilet’ aan, volledig zelfvoorzienend. Uren later heb ik spijt dat ik daar de natuur niet even een ‘handje’ heb geholpen.


Ik kom op een asfaltweg terecht, grotendeels afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Tunneltjes onder de weg door bieden de gelegenheid aan kleinwild om veilig over te steken. En verdomd, een groen kikkertje heeft zo’n tunneltje onder het rooster gevonden. Langs deze weg hele velden bedekt met wilgenroosje, wat niet echt de bedoeling kan zijn.


Geen bijzondere watervogels bij de vogelkijkhut over de Brunstingerplas; de hut is eerder een zwaluwhotel, waar de gasten met achterlating van hun rotzooi met de noorderzon zijn vertrokken. Bij het verlaten van de vogelhut schreeuwt een waterral in de rietkragen. Een bordje op een steen markeert de plek waar meer dan vijftig jaar (1963–2020) de patatkraam van Gerrit en Sijke de Jong heeft gestaan. Enkele vogelaars met hun telelenzen hebben de moed nog niet opgegeven rond de waterplas.


Dan volgt een smal heidepad met struiken sporkehout dat steeds dichter in de buurt komt van grootschalige werkzaamheden, precies op de grens van Friesland en Drenthe. De grenspaal is waarschijnlijk tijdelijk opgeslagen om beschadiging te voorkomen. Een kilometers lange overdekte elektrische transportband slingert zich langs de grens. Aan dit uiteinde wordt het aangevoerde zand opgevangen in vrachtwagens voor vervoer naar de eindbestemming. Het gaat om kadeherstel voor een betere waterbeheersing en behoud van het veen. De lopende band minimaliseert de uitstoot van schadelijke stoffen door het vrachtverkeer.


Via een tunneltje onder de lopende band door wandel ik op een fietspad in Drenthe. Ook hier heeft duinriet zich gevestigd met zijn prachtige pluimen. De akkerdistel heeft flinke verdikkingen (gallen) van de stengel, die veroorzaakt worden door de akkerdistelgalboorvlieg (‘Hemelrijkse Waard’. In: No.10, 2023).


Een punt van herkenning van mijn eerdergenoemde lijnwandeling: een vlonder naar een uitzichtpunt waar je veenpluis/wollegras kunt bewonderen. Afgezien van enkele uitgebloeide exemplaren is de plek behoorlijk overwoekerd. Wel groeit langs de vlonder de grote veenbes (cranberry) in een bed van veenmos. Opvallende donkerrode bessen van flink formaat.  


Drie dames aan een picknicktafel vragen of ik met mijn verrekijker nog wat leuks heb gespot. “Jawel, een kraan.” Vlakbij de picknicktafel staat namelijk een houten beeld van een kraanvogel met jong tussen de poten. Sinds 2001 is het Fochteloërveen een pleisterplaats en broedgebied van deze bijzondere vogel. Vlakbij in een greppel ook nog een populatie van de koningsvaren. Aardappelbovisten verschijnen weer boven de grond.


Er vindt boskap plaats door een ingenieuze bulldozer met multifunctionele zaagkop, die in één moeite door (twee minuten) de naaldboom omzaagt, horizontaal naar een open plek sleept, ontdoet van takken en in hapklare brokken verdeelt van zo’n drie meter lengte. Ik vermoed dat dit een soort bufferzone voor het veengebied moet worden. Iets verderop is een loofbos helemaal afgestorven door vernatting. Die vernatting zal IJsvereniging ‘De Kweek’ uit Veenhuizen te zijner tijd niet slecht uitkomen; ze hebben hier een pracht van een baan liggen met clubgebouw en verlichting.


Ik bereik opnieuw de grens tussen Drenthe en Friesland (wederom zonder grenspaal!), maar nu bij het andere uiteinde van de lopende band. Hier rijden zandwagens af en aan om hun lading op de transportband te kieperen. 


Ik ben terug bij vakantiepark Het Goudmeer. Het park ligt rond een idyllische waterplas. Zwart tandzaad bloeit op de oever. De bijbehorende horeca met terras aan het water is helaas gesloten ‘wegens gedoe met vergunningen’.

 

 

[Beeldverhaal]



Gepost: 23 September 2025

 

WandelZoekpagina: Bijzondere bergwandeling Fochteloërveen (20 km)