WANDELEN: Gameren

De Bommelerwaard is het meest westelijke deel van de provincie Gelderland, ingeklemd tussen de Waal in het noorden, de Maas in het zuiden, de Afgedamde Maas (en Heusdens Kanaal) in het westen en het Kanaal Sint-Andries in het oosten. Iets oostelijker van Kanaal Sint-Andries kussen de Waal en de Maas elkaar bijna (ooit hebben ze zelfs in hetzelfde bed gelegen). De Bommelaars zelf zien dan ook liever het Driedijkenpunt als oostelijke grens, zodat de mooie omgeving van Heerewaarden bij de Bommelerwaard hoort.


Deze Waard heeft de wandelaar en fietser veel te bieden: Slot Loevestein in Munnikenland, Eiland van Nederhemert, Kasteel Ammersoyen, Zaltbommel, Fort Sint Andries, Heerewaarden en in het hart de Capreton met de Lieskampen (‘Bommelerwaard’. In: Eigen land laatst!, 2021).


Ik mis nog een stukje aan de noordkant bij Gameren, iets ten westen van Zaltbommel. Dus eropuit op zaterdag, 2 augustus 2025. Start bij Verzorgingstehuis Ridderhof, waar ooit Kasteel Gameren heeft gestaan, door brand verwoest in 1853.


Binnen de bebouwde kom ik een mooi ‘hervormd’ kerkje uit 1954 tegen, achtkantig met een tentdak en in het midden een lantaarn. Tijdens het rondje om de kerk passeer ik een overvolle pruimenboom. De gele pruimpjes zijn klein en het betreft hoogstwaarschijnlijk de kerspruim.

Net buiten het kerkterrein staat een sleedoorn in vrucht. Zet de diploïde kerspruim (2n=16) en de tetraploïde sleedoorn (2n=32) naast elkaar en je krijgt misschien wel (na verdubbeling van de chromosomen) onze hexaploïde cultuurpruim (2n=48). Er zijn ook nog andere theorieën.


Eenmaal op de dijk zijn in het oosten de stompe toren van de Grote Kerk van Zaltbommel en de Martinus Nijhoffbrug over de Waal zichtbaar boven het landschap.    


In de Waal liggen een aantal eilandjes waar de rivier omheen en zo nodig overheen kan stromen. Vanaf het fietspad op de Waalbandijk mooi zicht op deze Gamerense Waarden.


Evenwijdig aan de Waalbandijk ligt binnendijks de oude dijk, die niet meer aan de tegenwoordige eisen voldoet. Op het nieuwe dijklichaam valt de bloeiende speerdistel op en tussen de twee dijken staat een solitaire lepelaar met zijn poten in het ondiepe water. Helaas voor mij begint het flink te miezeren.


Dit nieuwe dijkstuk eindigt met het bijzondere kunstwerk De Dijker: een bulldozer helemaal van beton, die half tegen de dijk hangt. Knap gemaakt!


Ik volg de dijk verder naar Nieuwaal. In de berm meer grote centaurie dan knoopkruid en meer morgenster dan paardenbloem. Een tanker van het Britse olieconcern INEOS vaart langs en draagt op de zijkant de tekst ‘Keep our rivers clean’. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…..


Hier in Nieuwaal is op de dijk de startplaats van een klompenpad, het Nywelepad. Ik zie tot mijn verbazing dat het precies dezelfde route volgt als MIJN Groene Wissel. Zo zie je dat de verschillende wandel- en fietswebsites elkaars routes overnemen, eventueel met start op een andere plek.


Het zicht op enkele regengordijnen in de verte doet me twijfelen of ik door de Breemwaard moet gaan struinen. Maar dit is het leukste gedeelte, dus gaan met die regenjas. Ook deze waard wordt bij hoogwater door de Waal overstroomd.


Het stroomdalgrasland is het domein van echte kruisdistel, duizendblad en boerenwormkruid. Langs de zandige Waaloever groeien enkele plukken duinriet.


Op een smalle kade tussen nevengeulen een bijzonder mengsel van heel veel watermunt en late ogentroost. Ik heb het weer even moeten opzoeken. Stijve ogentroost en late ogentroost (geen directe familie) zijn plantjes waar je zo maar voorbijloopt. Maar hier staat zo veel late ogentroost dat je er niet omheen kunt. Ook hier vertoont zich een solitaire lepelaar.


Wanneer ik de uiterwaarden weer verlaat voor de dijk, kan ik mijn ogen niet geloven. Iemand, die de naam ‘Sapiens’ onwaardig is, heeft de hele inventaris van zijn voorkamer, waaronder een complete zithoekbank en raamlamellen van de dijk af gesodemieterd.


Nu volgt een lange route door de polders tussen Nieuwaal en Zuilichem. Langs en in de boerensloten groeien en bloeien wilde bertram, pijlkruid, holpijp, egelskop, lisdodde, grote waterweegbree en veenwortel. Ook bloeiende waterpest maakt de sloten onveilig.

  

Een straatnaambordje zegt ‘Zeedijk’? Dit blijkt afgeleid van ‘Zeegdijk’, een middeleeuws dijkje, haaks op de rivier langs een wetering.


Via zo’n toegangshekje waar je je doorheen moet wurmen (in de beschrijving toepasselijk een Zigzag genoemd) kom ik in de Boterkampen. De koeien gaven in dit gebied vette melk. Het is behoorlijk drassig, want hier komt kwel naar boven. Twee reeën kruisen hollend mijn pad. 


Bij de geknotte Delwijnse Molen bereik ik de Capreton, een belangrijk afwateringskanaal van de Bommelerwaard. Een Capreton (Kade Breton, Ka Breton, Capreton) is eigenlijk een dijkje. Toen enkele capreton’s tussen parallelle weteringen werden afgegraven, kreeg het resterende brede kanaal de oneigenlijke naam Capreton. In Bretagne zouden ze ook zulke dijkjes hebben, maar het doet mij meteen denken aan onze eigen tiendwegen.


Op de parkeerplaats van natuurgebied de Lieskampen is nog zo’n ‘Neanderthaler’ bezig geweest. Ditmaal ligt er een complete eethoek, omringd ook nog door vier versleten banden op velg. Dezelfde raamlamellen als bij de dijk liggen er ook tussen, dus het zou wel eens dezelfde dader kunnen zijn.


Ik wandel door de Lieskampen, een laaggelegen vochtig gebied dat werd gebruikt voor grienden en hooiland. Bij de grote ruilverkaveling in de jaren zeventig bleef het over, want niemand wilde het hebben.


Ik volg de Capreton twee kilometer, zie een zevental ooievaars in een weiland. Langs de rietkragen veel gewone berenklauw en slechts eenmaal een pluk heelblaadjes.


Het ijverig werkende watermolentje is nu eens geen Bosman molentje uit Piershil, maar van onbekend fabricaat.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 17 Augustus 2025

 

Groene Wissel 674: Gameren (15 km)