Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Moezel Varia
Een kort verblijf samen met Marita in het Moezeldal van 7–14 juli 2025. Niet te lang, want we willen als springlevend ‘enthout’ niet te veel geassocieerd worden met de resistente ‘onderstammen’, die uit de hotelboten strompelen voor een stadswandeling onder begeleiding van een verveelde gids.
De Moezel is met zijn dik vijfhonderd kilometer de langste zijrivier van de Rijn (de Maas is nog langer, maar kun je moeilijk een zijrivier van de Rijn noemen). De rivier ontspringt bij Col du Bussang in de Vogezen, stroomt door Metz in het noordoosten van Frankrijk en vormt vanaf Schengen (zuidelijkste puntje van Luxemburg) de grens tussen Luxemburg en Duitsland.
Daar waar de rivier deze grens verlaat zit je al snel in Trier, de oudste stad van Duitsland, en honderd kilometer noordelijker (hemelsbreed) mondt de Moezel in Koblenz uit in de Rijn.
Tussen Trier en Koblenz meandert de Moezel uitermate bochtig tussen twee gebergten door, de Eifel (linkeroever) en de Hunsrück (rechteroever). De rivier heeft dan ook tweehonderdvijftig kilometer nodig om de hemelsbrede afstand van honderd kilometer te overbruggen.
De zonnige hellingen van de heuvels bestaan bijna uitsluitend uit wijngaarden, de schaduwrijke hellingen zijn bebost. De Moezel is bekend om zijn witte wijnen en de bekendste druivensoort is ongetwijfeld de Riesling. Zeer opvallend is dat de wijnstokken zelden aangeplant worden in rijen die de hoogtelijnen volgen, maar bijna altijd in de richting van de helling. Redenen hiervoor zijn de steilte van de hellingen en een ongelijkmatige verdeling van de leisteenbodems over de helling (terrassering is moeilijk). Misschien moeten de wijnboeren eens op studiereis naar de rijstboeren in Zuidoost-Azië. Die leisteenbodems zijn overigens wel essentieel voor de smaak van de Moezelwijn.
Ons vakantieverblijf ligt op de Mont Royal (waarover later meer), vlakbij de stad Traben-Trarbach, en ligt zo ongeveer op de grens van de Beneden-Moezel (Zell–Koblenz) en de Midden-Moezel (Zell–Trier). De bovenloop voorbij Trier is de Boven-Moezel, maar daar zie je ons deze keer niet verschijnen.
Afgezien van de twee grote plaatsen, Koblenz en Trier, liggen er talloze rustieke dorpjes op dit traject. De meest toeristische plaatsjes binnen ons bereik zijn ongetwijfeld Cochem, Traben-Trarbach en Bernkastel-Kues. Aan Koblenz en Trier wagen we een stadswandeling. Ook aan Cochem, waar Marita in haar jeugd wel is geweest. Traben-Trarbach en Bernkastel-Kues komen we tegen op onze wandel- en fietstochten. De dubbele namen van de dorpen wijzen op de samenvoeging – minimaal door een fatsoenlijke brug – van twee tegenover elkaar liggende dorpen tot stadsdelen.
Cochem
Op dinsdag, 8 juli 2025, rijden we naar Cochem met onderweg mooie verzichten over het Moezeldal. Een verplaatsbaar verkeersbord waarschuwt voor ‘Pflanzenschutzspritzung’. En prompt zien we een helikopter met sproeiarmen op deze windstille dag halsbrekende toeren uithalen om de steile wijngaarden met pesticiden te behandelen.
Cochem is vooral bekend dankzij de Rijksburcht, die prachtig boven het stadje uittorent. De oorspronkelijke burcht stamt uit de middeleeuwen (c. 1100) en was een middel om tol te heffen op de rivier. Het Franse leger van Lodewijk XIV vernietigde de burcht grotendeels in 1689 en later deden de Franse revolutietroepen er nog een schepje bovenop in 1794. Een Berlijnse industrieel kocht de ruïne in 1868 en herbouwde de burcht in een vrije interpretatie. Het complex is nu eigendom van de stad Cochem.
We wandelen door de nauwe straatjes met vakwerkhuizen naar de hooggelegen burcht en doen mee aan een rondleiding door een zevental vertrekken (van de vijftig!). Bijzondere inboedel, mooie glas-in-lood ramen en aparte kaarsendragers als verlichting aan het plafond. Sta je er recht onder, doe een wens! Een beeltenis van de H. Christoffel siert de toren. Op de ringmuur bij het poortgebouw een vreemde geharnaste en gekroonde figuur, maar wel met het mooiste uitzicht op stad en rivier.
Koblenz
Op donderdag, 10 juli 2025, zoeken we de monding van de Moezel op in Koblenz. De naam Koblenz komt van het Latijnse ‘confluentes’, oftewel de samenvloeiing van Rijn en Moezel. Op dit strategische punt kan een verdedigingswerk niet ontbreken en we beginnen onze stadswandeling dan ook in stadsdeel Koblenz-Ehrenbreitstein bij de enorme vesting op de rechter Rijnoever, die uitziet op de ‘confluentes’ aan de overkant.
In 2011 kreeg Koblenz een facelift door de toekenning van de ‘Bundesgartenschau’ (BUGA), een soort Floriade, die voor een groot deel plaatsvond op het voorterrein van de vesting.
We wandelen door het enorme complex, met her en der een tentoonstelling over de ingewikkelde geschiedenis van het geheel, ooit de op één na grootste vesting van Europa (na Gibraltar). Vanaf de ringmuur een prachtig uitzicht op de ‘Deutsches Eck’, de scherpe hoek tussen Moezel en Rijn, met een gigantisch ruiterstandbeeld van keizer Wilhelm I, een replica van het in 1945 verwoeste origineel.
Met een spectaculaire kabelbaan – ook een erfenis van de BUGA – dalen we af over de Rijn van de vesting naar het stadscentrum aan de overkant. We wandelen langs de linker Rijnoever stroomopwaarts tot het ‘Kurfürstliches Schloss’, waarvan het park destijds ook werd ingezet bij de BUGA.
Een bodemplaquette 1944–1984 viert de wederopstanding na de bijna complete verwoesting van deze garnizoensstad tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog.
We wandelen door het centrum met moderne nieuwe gebouwen op de ‘Zentralplatz’, langs vakwerkhuizen in het oudere centrum en volgen de Moezel op de rechteroever stroomafwaarts naar de monding. Daar besef je pas hoe enorm het ruiterstandbeeld van de keizer is. Het zijn vooral de fabelachtige uitzichten die beklijven.
Trier
Op vrijdag, 11 juli 2025, is Trier aan de beurt voor een stadswandeling. Augusta Treverorum werd gesticht door de Romeinse keizer Augustus rond het begin van onze jaartelling. In 286 werd Trier zelfs één van de keizerlijke residenties. Tijdens de regeerperiode (306–337) van keizer Constantijn (de Grote) kreeg de stad er imposante bouwwerken bij en de bijnaam Roma Secunda. Uiteindelijk besluit Constantijn in 330 om de hoofdstad van zijn rijk te verplaatsen van Rome naar Byzantium, Nova Roma, later als Constantinopel naar hem vernoemd (het huidige Istanbul). Het westelijke deel van het Romeinse Rijk raakt in de vijfde eeuw in verval, het Oost-Romeinse Rijk met Constantinopel als hoofdstad houdt het nog zo’n duizend jaar vol tot de overname door het Ottomaanse Rijk.
Onze wandeling begint bij het amfitheater uit de tweede eeuw na Chr., dat plaats bood aan twintigduizend bezoekers. Een deel van de ondergrondse gewelven is toegankelijk; hier verbleven de gladiatoren en de wilde dieren voor ze de arena in werden gejaagd.
We passeren restanten van de Keizerthermen, een groot badhuis aan Trier geschonken door keizer Constantijn, maar nooit helemaal afgebouwd. Het zou één geheel vormen met de Constantijnbasiliek, nu protestantse kerk, maar in zijn tijd een enorme aula voor keizerlijke audiënties (Aula regia).
De Dom St. Peter stamt ook oorspronkelijk uit de vierde eeuw, maar is vele malen verwoest en herbouwd. Bij de ingang ligt een gebroken pilaar, de ‘Domstein’. Deze was onderdeel van de oorspronkelijke kerk uit de vierde eeuw. Hij is naar buiten gesleept bij een restauratie begin zeventiende eeuw en ligt daar nu al meer dan vierhonderd jaar roerloos te liggen.
In de kerk een infobordje over de ‘Heilige Rock’ (Heilige Tuniek), het vermeende bovenkleed, dat Jezus droeg vlak vóór de kruisiging. Het naadloze tuniek staat symbool voor de eenheid van de christenen. De moeder van Constantijn, Helena, was een verwoed relikwieën jaagster en heeft het tuniek uit het Heilige Land naar Trier gebracht, waar het overigens maar zelden tentoon wordt gesteld (‘Wereldtijdpad 9 (327 A.D.)’. In: Siem Sing a Song, 2020).
Zij aan zij met de Dom staat de dertiende-eeuwse ‘Liebfrauenkirche’. Samen vormen ze een bijzondere combinatie.
Het bekendste Romeinse overblijfsel in Trier is de Porta Nigra, een kolossale stadspoort uit het jaar 180 A.D. Pas in de middeleeuwen kreeg de poort het predicaat ‘nigra’, nadat de blokken zandsteen verkleurd waren door de tand des tijds.
Onderweg passeren we ook nog het geboortehuis van Karl Marx (1818–1883), reden dat Trier zich mag verheugen op een grote schare Chinese toeristen.
Gepost: 25 Juli 2025
Stadswandelingen: Cochem, Koblenz, Trier