WANDELEN: Haastrecht

Recentelijk (13–15 juni 2025) een reünie in de Krimpenerwaard met een uitgebreid bezoek aan Haastrecht. We lunchten er met z’n elven in restaurant Over de Brug, we aanschouwden de werking van de Hooge Boezem bij de grote maquette in het Gemaal Museum, we kregen een rondleiding in het Woonhuis Museum Paulina Bisdom van Vliet, en we dineerden bij Bregtje.


Waarom dan zo snel al terug naar Haastrecht? Niet om dit alles nog eens over te doen, maar vanwege het polderlandschap rond het stadje met vele mooie tiendwegen! Voor tiendwegen – over de oorsprong van de naam zijn de geleerden het niet eens – moet je zijn in de veenweidegebieden tussen de grote rivieren (Lopikerwaard, Krimpenerwaard, Alblasserwaard, Vijfheerenlanden). Een tiendweg is een weggetje aangelegd op een veenkade, meestal aan beide zijden begeleid door een wetering. Er zijn een vijftigtal historische tiendwegen bekend. Een hele mooie ligt in de Lopikerwaard tussen Hekendorp en Oudewater (‘Hekendorp’. In: Paradijs, 2022).


Op donderdag, 3 juli 2025, verlaat ik Haastrecht dan ook haastig, maar maak onderweg wel enkele fotootjes. Van het beeldje van een schaatser aan de muur van het stadhuis, dat op niemand mocht lijken, omdat Haastrechtenaren Hein Vergeer en Leo Visser op dat moment (1985) beiden kans maakten op de wereldtitel. Van de mooie ophaalbrug uit 1883 over de Hollandse IJssel. En uiteraard van de Hollandse IJssel zelf.


Ik zit al snel op de Steinse Tiendweg. In de wetering puberende kuifeenden en bergeenden, die ik door het afwijkende verenkleed niet meteen herken. De kade is begroeid met elzen, essen en wilgen, met eronder vogelwikke, veldlathyrus, engelwortel, kattenstaart, harig wilgenroosje, moerasspirea, akkerdistel, zwanenbloem en nog veel meer.


Ik passeer de watergang Enkele Wiericke en duik onder de zeer drukke spoorlijn Gouda–Utrecht door voor een kleine lus rond dorp Hogebrug. Ik zie daar voor het eerst dit seizoen heelblaadjes in bloei. Ook kompassla laat zich steeds vaker gelden.


De machinist van een Sprinter groet ons, recreanten, met een klaroenstoot. “Waar hebben we dat aan te danken?”, vraagt een fietser zich af. “Ik vermoed dat hij ons als excuus heeft gebruikt om zijn toeter uit te proberen.”


In een weiland staan een groot aantal naakte schapen dicht opeen alsof ze gezamenlijk aan het zoeken zijn waar hun jas is gebleven.


Vervolgens wandel ik richting Hekendorp langs de Dubbele Wiericke. De Enkele en Dubbele Wiericke verbinden de Hollandse IJssel met de Oude Rijn. De smalle polder tussen deze twee weteringen was onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie, op kaarten van de linie zichtbaar als een smal slurfje van ongeveer negen bij anderhalve kilometer tussen de grote inundatiekommen ten zuiden van de Hollandse IJssel en ten noorden van de Oude Rijn (‘Wiericke’. In: Paradijs, 2022).


Hekendorp – vroeger Goejanverwelle genaamd – is geschiedkundig interessant, niet zozeer vanwege de Goejanverwellesluis, die de Hollandse IJssel verbindt met de Dubbele Wiericke. Ook niet vanwege de schandpaal met vrouwe Justitia voor het café Goejanverwelle (vroeger het Rechthuis). Wel vanwege de naam van de fietsbrug over de Hollandse IJssel: Wilhelmina van Pruisenbrug. Wilhelmina van Pruisen (1751–1820) was de echtgenote van erfstadhouder Willem V (1748–1806), en zus van de koning van Pruisen (Frederik Willem II). Door allerlei misstanden kwam de aristocratie toentertijd steeds meer onder vuur te liggen van de patriottenbeweging, met Joan Derk van der Capellen als grote aanjager (zie: ‘Gouden Ham’). Wilhelmina werd in 1787 langs de Vlist door de patriotten uit haar koets geplukt en een tijdje vastgezet in een boerderij bij Goejanverwellesluis. Afijn, broerlief en koning van Pruisen komt zijn zus en de stadhouder te hulp en dit leidt tot de zogenaamde Oranjerestauratie, die overigens van korte duur is. Met hulp van de Fransen nemen de patriotten enkele jaren later de macht over, resulterend in de Bataafse Republiek. Meest leuke weetje vind ik nog steeds dat de ‘Brandenburger Tor’ in Berlijn – tegenwoordig toch hét symbool van de Duitse eenheid – is gebouwd door de koning van Pruisen om die Oranjerestauratie te vieren (‘Berlijn 2’. In: Dreamgirls, 2018).


Ik kom nu aan de zuidkant van de Hollandse IJssel, in de lintbebouwing van Boven-Haastrecht, vlak langs het Sint-Gabriëlklooster van de paters Passionisten, gebouwd begin twintigste eeuw. De paters hebben het enorme pand een paar jaar geleden verkocht aan een zorginstelling, die er iets moois van wil maken. Ik wil even een kijkje nemen op het terrein. De kerk zit op slot en bezoekers moeten zich melden, want er is tijdelijk een AZC in het gebouw gevestigd. De conciërge moet uiteraard de privacy bewaken, maar na wat geklets over mijn belangstelling voor dooie paters krijg ik de sleutel van het hek van de begraafplaats helemaal achter op het terrein. Een klein kerkhof overigens met slechts achtentwintig grafstenen. Er zitten geen bekenden onder behalve Frater Venantius. Een zieke es beschaduwt het terreintje, zodat de dooie paters af en toe een dooie tak op hun kop krijgen.


Vervolgens een lange tocht door de polder Groot-Keulevaart, waar een brede wetering voor een groot deel compleet verstopt zit met waterlelie. Op het verste punt een moerassig deel. Een wulp vliegt over. Kieviten en grutto’s krijsen het uit, niet vanwege mij, maar omdat een kleine mantelmeeuw net één van hun pullen te grazen heeft genomen. Ik fotografeer de meeuw met het gruttokuiken – och arme –in de bek.


De gele lis bezwijkt inmiddels onder de last van de doosvruchten, die daardoor vaak in het water hangen, zodat de drijvende zaden voor verdere verspreiding kunnen zorgen. Moeder fuut fungeert als bakfiets met haar kroost op de rug.


Tegenwoordig loopt de afwatering van de Lopikerwaard niet meer via de Hooge Boezem, maar via de Lange Vliet met het nieuwe poldergemaal De Keulevaart.


Ik bereik riviertje de Vlist bij Polsstokclub De Vlist in dorp Vlist. Op het dak van het clubgebouw een witte kwikstaart met de bek vol lekkernijen. Middels aanloopschansen, qua lengte aangepast aan leeftijd en geslacht, kom je met de polsstok over een waterpartij in het rulle zand terecht (als je het goed doet), en liefst zo ver mogelijk. ‘Fierljeppen’ in de provincie Utrecht. Het prachtige riviertje de Vlist tussen Schoonhoven en Haastrecht vormt de grens tussen Krimpenerwaard en Lopikerwaard.


Via een onverhard pad, geplaveid met varkensgras en schijfkamille, wandel ik om de ‘Hooge Boezem achter Haastrecht’ heen. Twee hazen in ruste zijn net zichtbaar in het hoge gras.


In de weilanden naast de boezem hebben grote groepen meeuwen zich verzameld met hun opgroeiende jeugd. Bij het open water van het Doove Gat ook veel meeuwen, maar nog meer ganzen. Twee kokmeeuwen staan op twee meerpalen vlak naast elkaar om het laatste nieuws door te nemen. Boezemmolen 6 (de enige van de zeven die er ooit stonden om water van de Vlist in de Hooge Boezem te pompen) domineert de omgeving. Twee jaar geleden fietste ik in mei langs de Hooge Boezem en was geschokt door het grote aantal dooie meeuwen in de broedkolonie door de vogelgriep (‘Krimpenerwaard’. In: No.10, 2023). De kolonie lijkt er nu geen last meer van te hebben: natuurlijke selectie!


De route leidt me aan de westelijke buitenrand van Haastrecht door een stuk bos, waar groot heksenkruid overvloedig bloeit. Het bos blijkt onderdeel te zijn van de Overtuin, behorend bij Woonhuis Museum Paulina Bisdom van Vliet. Zoals drie weken geleden gezien, is het woonhuis van de schatrijke Paulina nog in de staat waarin zij het bij overlijden in 1923 achterliet. Het staat in de Top 100 van de Rijksdienst voor Monumentenzorg.


In de Overtuin, die we drie weken geleden niet konden bezoeken, stuit ik op een uitje van de Zonnebloem. Door een gids wordt uitleg gegeven bij de graftombe van Paulina (1840–1923) en haar jong overleden echtgenoot Johan Jacob le Fèvre de Montigny (1840–1881). En… bij het graf van haar lievelingshond Nora (1893–1906). Ik laat me de uitleg van de gids welgevallen. Vanuit de Overtuin prachtig zicht op het statige woonhuis aan de overzijde van de doorgaande weg.

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 20 Juli 2025

 

Wandelnet: Haastrecht  (17 km)