Wandelen, Fietsen, Selfies
WANDELEN: Zouwe
Tussen de Lek in het noorden en de Linge in het zuiden liggen de Vijfheerenlanden, oostelijk van de Alblasserwaard en westelijk van de Betuwe (‘Vijfheerenlanden’. In: Lustrum, 2017). Vijf Heeren maakten hier in de dertiende eeuw de dienst uit. Het was de tijd van de noord-zuid dwarsdijken tussen de grote rivieren om wateroverlast uit de hoger gelegen oostelijke streken te beperken. Maar de ene dwarsdijk leidde onherroepelijk tot de andere. Toen de Zouwedijk/Bazeldijk werd aangelegd om de Alblasserwaard te beschermen, werden de problemen in de Vijfheerenlanden groter. Aan hun oostelijke grens bouwden de Vijf Heeren daarom de Diefdijk om het water uit de Gelderse Betuwe te keren.
Het Merwedekanaal van Gorinchem tot Meerkerk en de Zouwe, alias Oude Zederik, van Meerkerk tot Sluis vormen tegenwoordig de grens tussen de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.
Oostelijk van de Zouwedijk ligt de Zouweboezem met in het midden de Zouwe als afwateringskanaal, dat bij Sluis via een gemaal kan lozen op de Lek. Vroeger stonden er in Sluis net zo veel molens op een kluitje als in Kinderdijk.
Wat de Zouweboezem is voor de Vijfheerenlanden, is Kinderdijk voor de Alblasserwaard en De Hooge Boezem bij Haastrecht voor de Lopikerwaard.
Na acht jaar is het weer eens leuk om terug te gaan naar de Zouweboezem, zeker nu de broedtijd zijn einde nadert en de vegetatie zijn climax bereikt.
Destijds was het voorjaar (april) en zag ik er mijn eerste purperreiger, hoewel ik geen foto kon maken als onomstotelijk bewijs (‘Zouweboezem’. In: Lustrum, 2017). De rietvelden van deze boezem, evenals die van Kinderdijk, herbergen de grootste broedkolonies in ons land van deze sierlijke reiger, die overwintert in West-Afrika (‘Gambia – Thanksgiving’. In: No.10, 2023). Purperreigers broeden op de grond in tegenstelling tot de blauwe reiger, die nestelt in bomen.
Later lukte het wel om purperreigers op de foto te krijgen in de buurt van Kinderdijk (‘Alblasserdam’. In: Eigen land laatst!, 2021) en bij natuurgebied Willeskop in de Lopikerwaard (‘Montfoort’. In: Paradijs, 2022).
Op woensdag, 25 juni 2025, start ik op de Driemolensweg (Lexmond) en zit meteen langs de Zouwe, omzoomd door rietkragen; het water is geplaveid met witte waterlelie en gele plomp.
Ik maak een bijzonder plaatje van gele en witte honingklaver naast elkaar alsof ze met elkaar willen trouwen. Ze kunnen inderdaad wel met elkaar kruisen, maar de nakomelingschap is een zootje ongeregeld.
Op het geasfalteerde pad heeft een pad de paddentrek niet overleefd. Van de drie molens langs de Zederikkade (waarnaar de Driemolensweg verwijst) is alleen de Vlietmolen nog operationeel, een wipwatermolen onderhouden door SIMAV (Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden). De molenaar is net zijn wieken aan het inspannen, maar hij vermoedt dat er vandaag te weinig wind staat om met zijn scheprad veel water te kunnen overzetten tussen polder en Zouwe. Vlakbij staat een geamputeerde molen, waarvan alleen het onderhuis resteert. De molenaarswoning ernaast is ‘Boezemvriend’ gedoopt.
Een mooi onverhard pad met de rietkragen van de Zouwe links en de Achthovense polders rechts. In de rietkragen vele verstekelingen: moerasspirea, moeraskruiskruid, lisdodde, grote wederik, valeriaan en harig wilgenroosje. In de drassige verschraalde weilanden staat veel veenpluis en ik vermoed andere bijzondere planten zoals de Spaanse ruiter, maar die krijg ik niet voldoende in beeld. Zwarte sterns scheren laag over de grond op zoek naar insecten. Daarvan heb ik er een paar in de aanbieding, want ik sla verschillende bijtende dazen dood op mijn blote benen. Middels een anti-insect roller met deet kan ik verder leed voorkomen, zowel voor mezelf als voor de daas, die zo een doodsklap ontloopt.
Verschillende reigers vliegen over, maar het zijn voorlopig allemaal blauwe reigers, waarschijnlijk afkomstig van de broedkolonie in de bomen rond Eendenkooi De Zouwe in Sluis.
Bij een vogelkijkhut over de Achthovense polders borrelt water luidruchtig op en blijkt een ondergrondse pomp de geamputeerde molen te vervangen. Op de plaats van de derde molen staat nu vakantiewoning ‘De Kikker’, af te huren voor een verblijf midden in een weelderige boezem.
Even verderop leidt een vlonderpad me tussen manshoge rietkragen door naar een vogelscherm. Waterscheerling groeit en bloeit langs de waterkant. Het behoort tot de meest giftige planten van onze flora.
De rietkragen zijn aan de randen sterk vermengd met bloeiende melkeppe en wijfjesvaren. Vlak langs het vlonderpad staat een solitaire rietorchis prachtig in bloei.
Keek ik acht jaar geleden bij het vogelscherm uit over een groot open water (de eigenlijke boezem) met een grote variatie aan watervogels, nu is het gebied behoorlijk ingedroogd en dichtgegroeid en zijn er nauwelijks watervogels te zien.
Ik keer om en vervolg de Zederikkade tot ik enkele vogelaars met grote telelenzen boven het riet zie uitsteken. Ze staan op een klein platform langs een stukje open water met een broedkolonie van zwarte sterns. Tussen de waterlelies zijn vlotjes aangelegd om het de vogels wat makkelijker te maken. De vlotjes zijn ook nog omgeven door een hekwerkje om predatoren buiten de deur te houden. Sommige vogels zitten nog te broeden, andere vliegen af en aan met insecten om hun jongen te voeren.
Via de Boezemweg bereik ik Sluis en de Lekdijk en wandel kilometers buitendijks door de Achthovense uiterwaarden. Onderweg langs een brede wetering een beverburcht met op het dak een groene meerkikker, die de wacht houdt.
Langs de wetering groeien populieren, zowel de witte abeel (met zilverachtige onderkant blad) als de zwarte populier. Deze laatste heeft opvallende rode gallen op de hoofdnerf aan de onderzijde van het blad. Het is de behuizing van de populierenbladnerfluis, ‘what’s in a name’.
Tarwevelden zijn hier tot mijn genoegen behoorlijk ‘vervuild’ met korenbloem en akkermelkdistel.
Ik wandel even naar de waterkant van de Lek. Een ruime binnenbocht van deze rivier heet Luistenbuul. Er is veel zand afgezet en ik kom dan ook terecht in een konijnendorp, bezaaid met holen en ondergrondse gangen (‘Down the Rabbit Hole’). Er groeit geel walstro en muurpeper, maar ook veel grote en kleine brandnetel. Met name de kleine brandnetel zit vol met lieveheersbeestjes, die hun eitjes afzetten op de bladeren. Brandnetels trekken namelijk bladluizen aan en dat is het noodzakelijke voedsel voor de larven van het lieveheersbeestje.
Via de Polderweg en de Molenkade wandel ik terug naar de boezem in de hoop hier in de weilanden purperreigers te spotten zoals acht jaar geleden. Er is echter te veel reuring op het boerenland: te veel vee en te veel boeren.
Wel vlinders langs de rand van een bosaanplant, waaronder een landkaartje en een klein geaderd witje op een akkerdistel. Zwanenbloemen en een zwanenfamilie (zeven jongen) langs de Molenkade.
Ik ben bijna bij vakantiewoning ‘De Kikker’ als ik een purperreiger zie staan langs een smalle wetering in de Achthovense polders. Hij staat ver weg, maar wel herkenbaar op de foto, alhoewel vaag. Toch onomstotelijk bewijs!
Gepost: 15 Juli 2025
Zuid-Hollands Landschap: Tussen Luistenbuul en Zouweboezem (15 km)