WANDELEN: Duinwandeling

De hele kuststrook van Zuid-Holland – van Hoek van Holland tot aan de provinciegrens met Noord-Holland – is een beoogd Nationaal Park ‘Nieuwe Stijl’: groot en samenhangend, met waardevolle natuur, landschap en cultuurhistorie, iconisch voor bezoekers en een duidelijke eigen identiteit. De aanvraag bij de Overheid loopt nog. Vooruitlopend op deze nieuwe status genoten Marita en ik al eens in juni 2021 van het deel tussen Den Haag en Katwijk (‘Hollandse Duinen’ en ‘Meijendel’. In: Eigen land laatst!, 2021).


Een vakantieweekje in Noordwijkerhout geeft volop gelegenheid om in het noordelijke deel van de ‘Hollandse Duinen’ te wandelen. Enkele malen op en neer naar de zeereep, waar de aftandse strandtent Zeespiegel drankjes en fastfood serveert. Maar op vrijdag, 24 mei 2025, een langere wandeling tussen Noordwijkerhout en Noordwijk. Het toeval wil dat precies hier ‘binnenduins’ een bosgebied ligt, zodat Marita en ik richting Noordwijk door bos wandelen en terug door grijze duinen.


Of je het nu wilt of niet, het zijn vooral de planten die de aandacht opeisen. In het bos komen we volop kardinaalsmuts  tegen, die regelmatig helemaal is kaal gevreten door rupsen van de kardinaalsmutsstippelmot. Opvallend ook de heester zuurbes met zijn gele bloemen en korte zijtakjes met toefjes bladeren. Het is een kalkminnende plant en komt dan ook vooral voor in de duinen. Het exemplaar op de parkeerplaats bij AH in Wageningen is dan ook een ‘vergissing’.


Essen hangen vol met dichte trossen gevleugelde vruchtjes en de gewone esdoorn ziet er prachtig uit met zijn geelgroene hangende bloeiwijzen. Af en toe een Noorse esdoorn, makkelijk te herkennen aan de bladvorm (diep bochtig getand) en het melksap in de bladsteel.


Meest opvallend op de bodem zijn de enorme aantallen van de salomonszegel, de gebogen stengels allemaal in dezelfde richting van de helling wijzend, waardoor ze hun hangende bloementrosjes opvallend etaleren. Maar het is niet de gewone salomonszegel (met trosjes van twee tot vijf bloemen), maar de duinsalomonszegel ofwel welriekende salomonszegel (met trosjes van één tot twee bloemen). Ter plekke nog onkundig van dit verschil tussen de soorten hebben we niet dicht genoeg bij de bloemen gesnuffeld om de zoete geur te ervaren.


Her en der bijna uitgebloeide populaties van daslook en regelmatig de klimmende of kruipende heggenrank, de ene keer mannelijke, de andere keer vrouwelijke planten.


Soms dringen de stuifduinen door tot in het bos en is het wandelpad één grote zandbak.


We bereiken de rand van Noordwijk en pakken de terugweg door de grijze duinen langs het Atlantikwall Museum, gevestigd in een Duits bunkercomplex met wel een kilometer aan ondergrondse gangen.


We kijken even rond bij een duinven en zijn verbaasd hier zowel een kievit als een tureluur aan te treffen, naast een wilde eend met kuikens. Enkele jonge mussen vermaken zich met pas aangeleerde vliegbewegingen tijdens de ontdekking van Nederland. Een icarusblauwtje laat zich gewillig fotograferen.


De grijze duinen worden overheerst door de duindoorn. Enkele soorten van de ruwbladigen (Boraginaceae) zijn frequent aanwezig in de duinen, met name veldhondstong (aan de vertakte bloeistengels hangen purperrode bloempjes en vierdelige groene splitvruchtjes), slangenkruid en de gewone ossentong. Ossentong begint onze tuin in Wageningen te koloniseren, maar dat is de groene overblijvende ossentong, een sierplant (uit een ander geslacht).


Het duinroosje bedekt soms hele duinhellingen. Het duinviooltje heeft het moeilijk in het tapijt van duinsterretjes (mos).


We stoppen wat langer bij een onbekende struik met vlinderbloemen. Het blijkt de Europese blazenstruik te zijn, een mediterrane plant die wel wordt aangeplant in tuinen en soms verwildert, vooral in de kalkrijke duinen. Voilà! Het woordje ‘blazen’ slaat op de pafferige, opgeblazen peulen, maar die zitten er nog niet aan.


Aan een struikje hangt een dode Sint-Jacobsvlinder, hopelijk nadat de vlinder aan de huwelijkse plichten heeft voldaan. Even verderop zijn nazaten – zebrarupsen – in grote getale de jonge rozetten van Jacobskruiskruid aan het opvreten. Jacobskruiskruid bevat giftige stoffen en daardoor de zebrarups en de Sint-Jacobsvlinder ook. Heeft wel als voordeel dat vogels de zebra’s met rust laten.


Wilde asperge groeit langs het pad en verschillende jonge stengels zijn geoogst door iemand die zin had in een aspergesoepje.


In het zand van de zeereep groeien de blauwe zeedistel, zeeraket en zeewolfsmelk. Dat laatste is best bijzonder, want het is een kwetsbare Rode Lijst soort. Gewone zandkool is daarentegen een veel voorkomende bermplant. En tot slot ontmoeten we een walstroleeuwenbek en een gewone vleugeltjesbloem.


Weer een leerzaam tochtje!  

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 12 Juni 2025

 

Wandelknooppunten: 79, 53, 12, 13, 80, 79 (10 km) + Duindamseslag v.v. (5 km)