FIETSEN: Kempense Heuvelrug

Vandaag onze laatste tocht van de fietsvierdaagse in de Vlaamse Kempen.


De Kempense Heuvelrug is een smalle langgerekte bult met een lengte van ongeveer vijftien kilometer tussen Retie, Kasterlee, Lichtaart, Herentals, Lille, Vorselaar en Grobbendonk. De Kleine Nete (en zijrivier de Aa) volgen ruwweg dezelfde route aan de zuidkant van de heuvelrug. Eens kijken of we qua klimmetjes echt op de proef worden gesteld.


Op zaterdag, 9 augustus 2025, zitten we om half negen op de fiets. We hebben afscheid genomen van ‘Vriendin op de Fiets’ Lief en de bagage al in de auto’s opgeborgen.


We starten bij de duiker die de Kleine Nete onder het Albertkanaal heeft doorgeleid, een flinke installatie behangen met enkele mannelijke planten van de hop.


Na het doorkruisen van Grobbendonk bereiken we de plek waar Kleine Nete en Aa samenvloeien. Hier ligt de Kasteelhoeve Neerhof, ooit vergezeld van een echt kasteel (Opperhof) van de Heren van Grobbendonk. Middels een ingewikkeld stelsel van stuwen om de watertoevoer te reguleren kan de watermolen altijd blijven malen met zijn twee waterraderen. Het ene rad bediende een olieslagerij, het andere rad een graanmolen.


Bij Vorselaar kost het enige moeite om het pad naar Kasteel Vorselaar te vinden. Onbegrijpelijk dat het zo slecht is aangegeven, want ik heb zelden zo’n mooi sprookjesslot gezien. Toen de oorspronkelijke waterburcht geen militaire functie meer had, werd het omgetoverd tot een frivool ‘Maison de Plaisance’ oftewel Lustslot. Dat is niet hetzelfde als een ‘Maison de Plaisir’, hoewel de heren tijdens de jacht ongetwijfeld veel ‘plezier’ zullen hebben gemaakt.  


In het dorp zijn enkele mannen, compleet gewikkeld in witte pakken met dichtgeknoopte capuchons, bezig asbest golfplaten van een schuurtje te verwijderen.


Langs Lille en Tielen fietsen we in de richting van Kasterlee. Onderweg een commercieel veld boekweit. Bij een aardbeikwekerij staat een ‘litenatuurtje’ van schrijver Geert de Kockere. Hij is van mening dat het telen van aardbeien te vergelijken is met de opvoeding van kinderen. ‘Aardbeistruiken zijn als broze kinderen met rode kopjes. Je moet ze in de watten leggen en hopen dat ze groeienderwijs zoet worden. Dan pluk je er de vruchten van’. Dit riekt naar moderne opvoeding die wrange vruchten levert.


We passeren regelmatig beekjes met steeds weer andere namen, zoals de Laakbeek en de Grote Kali. Er is vast geen relatie, maar ‘kali’ betekent rivier in het Indonesisch (Bahasa Indonesia).


Ook bij Tielen een watermolen. Dit keer niet op de Kleine Nete, maar op de parallel lopende Aa. Mijn hinderlijke zadelpijn kan even uitdoven tijdens de lunch in Kasterlee.


Ten westen van Kasterlee merken we eindelijk iets van de Kempische Heuvelrug. Eerst een Groendomein met de Hoge Mouw, een heuvel van vijfendertig meter hoogte.


Vervolgens komen we bij een groot ven, het Zwarte Water, ‘een paradijs voor vogelliefhebbers’. Een paar grauwe ganzen is alles wat beweegt. Waar zijn al die (water)vogels in België? We worden al enthousiast van een grote zilverreiger, die stokstijf  in een struik op de oever uitrust.


Dan is het echt even klimmen door rul zand om bij de Toeristentoren op de heuvelrug te komen. Helaas heeft de burgemeester op 3 april moeten beslissen dat de toren niet beklommen mag worden tot het uitkijkplatform is gerepareerd. Hopelijk niet hetzelfde euvel als voorheen. De vorige toren is in de tachtiger jaren opgegeten door de houtworm.  


Als troost kom ik aan de voet van de toren een klein mij onbekend plantje tegen, de pekbloem, een verwilderde tuinplant verwant aan de koekoeksbloemen (silenes). En aan de rand van Herentals ook nog een Amerikaanse kruidkers in volle bloei, vlakbij spoorlijn de IJzeren Rijn.


Samen met de Kleine Nete fietsen we Herentals binnen. Er wordt op het riviertje gekanood. En voor de vissen is de Herentalse vistrap aangelegd om een stuw heen. Vanaf het bruggetje over de stuw worden we voor het laatst geconfronteerd met het grote oeverprobleem van de Belgische waterwegen. Zelfs op dit toeristische punt tiert en bloeit de Japanse duizendknoop welig.


We hebben ons voorgenomen onze fietsvierdaagse af te sluiten met een etentje in Herentals, maar het is nog een beetje vroeg. Dus worden het flinke borrelplanken met heerlijke pils van Cristal Alken. Het is de brouwerij Alken die ook het Postel Abdijbier levert.


Vanaf Herentals fietsen we langs het Albertkanaal terug naar Grobbendonk. Aan de overkant het Italiaans restaurant ‘Bella Puglia’, waar we gisteravond heerlijk hebben gegeten. Dat je in Grobbendonk niet fatsoenlijk buitenshuis zou kunnen eten is door ons gelochenstraft.


We zijn bijna bij de auto, wanneer we langs een mooi terras van de Grobbendonkse Waterski Vereniging komen. Vriend Jan moet verplicht nog een Dame Blanche verorberen, volgens hem een probaat middel tegen slaap tijdens de autorit naar huis. Dan ik maar een Coupe met warme krieken.


Fietsen op de auto’s en terug naar huis. Een aangename kennismaking in vier dagen met ‘Een stukske België’.

   


[Beeldverhaal]


Gepost: 2 September 2025

 

Fietsknooppunten: Grobbendonk, 10, 08, 15, 17, 06, 05, 02, 01, Kasteel Vorselaar, 16, 28, 35, 36, 58, 32, Kasterlee, 31, 30, 96, 95, 56, Zwarte Water, 56, 14, 90, 91 (Herentals), 11, 09, Grobbendonk (80 km)