FIETSEN: Netevallei

Gisteravond (donderdag, 7 augustus 2025) hartelijk ontvangen door ‘Vriendin op de Fiets’ Lief in Grobbendonk (provincie Antwerpen). Ze moest op tijd naar een muziekuitvoering in de open lucht in Antwerpen en liet ons na aankomst al snel alleen met haar twee bijzondere katten en schildpad. Volgens haar zou het niet meevallen om buitenshuis te eten, maar wij vinden ‘Tandoori Flamez’, een prima Indiaas restaurant in de Bergstraat. Onderweg komen we vóór het voormalig stadhuis een borstbeeld tegen van Herman Vanspringel (1943–2022), ‘Monsieur Bordeaux–Paris’, zeven keer winnaar van deze klassieker. Er staat niet bij vermeld dat hij in 1968 nipt in de laatste tijdrit de Tour de France verloor van Jan Janssen. Afijn, Herman Vanspringel is niet in Grobbendonk geboren, maar er wel overleden. Het borstbeeld heeft hij nog zelf mogen onthullen een paar maanden voor zijn overlijden.


De naam ‘Grobbendonk’ doet bij mij trouwens een ‘belletje’ rinkelen. Tijdens een wandeling in het Bossche Broek kwam ik drie bootjes tegen voor rondvaarten op de Dommel. Een van de bootjes heette ‘Van Grobbedonk’ en dat was de naam van de Spaansgezinde gouverneur van ’s-Hertogenbosch tijdens de belegering door prins Frederik Hendrik in de Tachtigjarige Oorlog (zie: ‘Bossche Broek’). Weten we ook weer waar die man vandaan kwam!    


Vandaag is de dag van rivier de Nete, die behoort tot het stroomgebied van de Schelde. De Nete heeft twee hoofdtakken met eigen brongebieden, de Grote Nete en de Kleine Nete.


Eergister (zie: ‘Bron van de Dommel’) kwamen we bij Hechtel onverwacht in het brongebied van de Grote Nete (hemelsbreed niet ver van de Dommelvallei). Gister (zie: ‘Kempense Meren’) fietsten we door het brongebied van de Kleine Nete in de driehoek tussen Postel, Arendonk en Retie (niet ver van de Nederlandse grens).


In Lier komen deze twee takken bij elkaar en stromen verder onder de naam Nete of Beneden-Nete langs Duffel, om bij Rumst over te gaan in de Rupel en uiteindelijk in de Zeeschelde (‘Rupel en Schelde’. In: Zafira, 2024). Vanaf  Duffel is de Beneden-Nete volumineus genoeg en bevaarbaar ondanks de getijdewerking. Stroomopwaarts hebben zowel de Grote als de Kleine Nete te maken met eb en vloed vanwege de open verbinding met de Zeeschelde. Getijdewerking in de Grote Nete is merkbaar tot Itegem, in de Kleine Nete tot Grobbendonk. Om dat probleem te ondervangen is het Netekanaal aangelegd, vanaf het Albertkanaal bij Viersel langs Lier naar Duffel, voor een groot deel parallel aan de Kleine Nete.


Na een prima ontbijt zitten we op vrijdag, 8 augustus 2025, om half negen op de fiets. Grobbendonk ligt op de noordelijke oever van het Albertkanaal. We steken meteen over in zuidelijke richting en kunnen even ‘mediteren’ bij de Lourdesgrot in Bouwel. Op de imitatierotsen groeien enkele bijzondere plantjes. Naast de algemene muurleeuwenbek een (kruip)klokje (geen bloemen) en het bloeiende marjoleinbekje. Bouwel kan ook pronken met een fraaie houten standerdmolen oftewel staakmolen.  


We passeren de IJzeren Rijn. Langs een stil weggetje een enorme zwam onder aan de stam van een Amerikaanse eik. Het blijkt de harslakzwam te zijn, die witrot veroorzaakt waar de boom uiteindelijk aan dood gaat. Zo krijgt zelfs de exotische Amerikaanse eik te maken met inheemse natuurlijke vijanden.   


Bij Herenthout fietsen we door het Merodebos, maar komen onaangekondigd voor een brede diepe geul te staan, gegraven om de afwatering in het bos te verbeteren. Een bruggetje is waarschijnlijk nog onder constructie in de timmerfabriek.


We bereiken de Grote Nete bij ’t Schipke aan de Nete. Dat is geen boot, maar een aftandse taveerne. Een informatiebord maakt melding van het grote Sigmaplan, bedoeld om middels natte graslanden, open water en rietvelden meer ruimte voor de rivier te creëren. Het Sigmaplan met zijn GOGs (Gecontroleerd Overstromings Gebied) kwamen we vorig jaar ook al tegen bij de Zeeschelde en zijn zijrivieren (‘Dender en Schelde’. In: Zafira, 2024). Echter geen woord over de Japanse duizendknoop en de reuzenbalsemien, die de oevers volledig koloniseren en niet meer weg zijn te krijgen.


Overigens staat momenteel de reuzenbalsemien in volle bloei en zijn de oevers daardoor een bloemenpracht, maar dat verhult een groot probleem. Af en toe plukken van andere planten tussen de boosdoeners, zoals guldenroede en slipbladige rudbeckia.   


In de buurt van Gestel willen we een kijkje nemen bij het waterkasteel Hof van Rameyen, maar het middeleeuwse kasteel dat meermalen verbouwd en gerestaureerd is, staat opnieuw in de steigers en is niet toegankelijk. Teleurgesteld blijven we even staan bij het nabijgelegen straatkapelletje van ‘Onze-Lieve-Vrouw Troost der Bedrukten’.


Meer geluk hebben we in het centrum van het kleine dorp Gestel, waar vóór de kerk en de monumentale pastorie een schandpaal uit 1779 is te bewonderen. Op een infobord wordt gewag gemaakt van een monument op de begraafplaats ter herdenking van de ‘Boerenkrijg’. Wat hebben de Belgen met de Boerenoorlogen te maken, denk je dan! Maar de ‘Boerenkrijg’ was een opstand van de Belgische plattelandsbevolking in 1798 tegen het Franse gezag, dat aloude gewoontes op de helling zette en nogal antiklerikaal was. Bij invoering van een nieuwe wet op de algemene dienstplicht in het Franse leger sloeg de vlam in de pan. De opstand werd door de Fransen snel en hard neergeslagen; er vielen vele doden. Op vele plaatsen in België blijken monumenten te staan die aan de ‘Boerenkrijg’ herinneren. In dezelfde periode speelde in de noordelijke Nederlanden de strijd van de patriotten tegen de regentenkliek rond Stadhouder Willem V.


Mooie foto’s van de problematische maar prachtig bloeiende reuzenbalsemien langs de waterkanten van de Grote Nete. Ik maak ook enkele mooie plaatjes van een populatie moesdistels tussen de probleemgevallen.     


Om in het centrum van Lier te komen passeren we het Netekanaal en de Beneden-Nete. Ons bezoek is te kort voor alle bezienswaardigheden van Lier, maar we komen vanzelf langs de veertiende-eeuwse Zimmertoren met op de gevel de bijzondere ‘Jubelklok’ van Louis Zimmer (1888–1970). Zimmer was klokkenmaker en amateur astronoom. In de toren bevindt zich zijn ‘Astronomische Studio’, een soort planetarium.


Tijdens onze lunch aan de Grote Markt worden we ook nog geconfronteerd met ene Felix Timmermans (1886–1947), Vlaams schrijver en dichter, meermaals genomineerd voor de Nobelprijs. Overal in Lier wordt zijn meest relevante spreuk aangehaald: ‘Waar de drie kronkelende Nethen een zilveren knoop leggen’. De derde ‘Nethe’ is dan vermoedelijk de Beneden-Nete? Tijdens de lunch zicht op het stadhuis met een belfort  (stadstoren) uit 1369.


We verlaten Lier aan de noordoost zijde voor de vallei van de Kleine Nete. Het is eb en de Kleine Nete staat op sommige plekken bijna droog. Iets buiten de stad duikt hij onder het Netekanaal door. We volgen een eindje het Netekanaal tot Emblem (mooi stadhuis!) en steken daar over naar de vallei van de Kleine Nete.


Tussen Kleine Nete en Netekanaal een moerassige vallei met een nog kleinere Nete. Soms lijken de omdijkte weides in de vallei net ‘sawahs’, natte-rijstvelden.


Zo bereiken we het Albertkanaal, vlakbij Grobbendonk, waar de Kleine Nete onder het kanaal wordt doorgeleid.


Hoewel enige zadelpijn mij parten begint te spelen en de nabijheid van Grobbendonk lonkt, verman ik me voor de extra lus die vriend Jan nog in petto heeft. Wij volgen het Albertkanaal stroomopwaarts richting Herentals om daar de samenvloeiing te zien van het Kanaal Bocholt–Herentals en het Albertkanaal. Er is weinig aan te zien!


Na de oversteek passeren we in het centrum van Herentals de vijftiende-eeuwse lakenhal/stadhuis met belfort. Vóór het gebouw een beeld van een strijdlustige jongeman ter herinnering aan, jawel, de ‘Boerenkrijg’. Op de sokkel de tekst: ‘1798–1898. Aan de helden van den Boerenkrijg’.


Aan de overkant nemen we een bosrijke route terug naar Grobbendonk. Onderweg de ruïne van de Priorij ‘Onze-Lieve-Vrouw Ten Troon’. Dit klooster werd in de vijftiende eeuw gesticht door de heer van kasteel Grobbendonk en behoorde tot de congregatie van Windesheim (Geert Grote). Brand en verwoesting leidden tot de ondergang. Enkele muren zijn geconsolideerd. Grafsteentjes liggen verspreid op de bodem, waaronder die van de stichter en zijn echtgenote, Arnold van Crayenhem en Johanna van Steyvoort. Ik maak me sterk dat die grafstenen origineel zijn.


Om de avond nuttig door te brengen vinden we, op enkele kilometers van Grobbendonk op de andere oever van het Albertkanaal, ‘Bella Puglia’, een echt Italiaans restaurant.    

 

 

[Beeldverhaal]


Gepost: 31 Augustus 2025

 

Fietsknooppunten: Grobbendonk, 09, 47, 52, 46, 22, 34, 33, 34, 41, 32, Gestel, 41, 14, 16, 57, 54, 30, 20, 19, 05, Lier, 89, 88, 91, 92, 76, 75, 13, 73, 21, 53, 52, 47, 60, 12, 91, 11, 19, 08, Grobbendonk (70 km)